Buren klagen over verbouwing, maar hinder is niet onrechtmatig
Naar aanleiding van een verbouwing klagen de buren over hinder, zoals verminderde lichtinval en luchttoevoer, aantasting van het uitzicht en waardevermindering van het woonhuis door de omvang van de bouwwerken. Is deze hinder onrechtmatig?
De nieuwe bewoners verbouwen hun huis door aan de linkerzijde van de woning een aanbouw aan te brengen, op het deel van het perceel dat grenst aan dat van hun buren. Ook aan de achterzijde van het huis komt een aanbouw met een verdieping erop.
In kort geding vragen de buren van deze nieuwe bewoners aan voorzieningenrechter van de rechtbank Limburg om ervoor te zorgen dat de bouwwerkzaamheden stoppen. Ze vragen de rechtbank een dwangsom te bepalen en willen dat de nieuwe bewoners de muuropeningen aan de linkerzijgevel van hun huis dichtmaken. Verder vragen zij de rechtbank te verbieden dat de aanbouw met verdieping er komt. Daarbij wijzen ze erop dat het bouwwerk onrechtmatige hinder zal veroorzaken door ‘verminderde lichtinval en luchttoevoer, aantasting van het uitzicht, hinder van bedrijvigheid, waaronder geluidshinder, aantasting van veiligheid en gezondheid, alsmede aantasting van de persoonlijke levenssfeer, en waardevermindering van het woonhuis door de omvang van de bouwwerken'.
Afgeronde werkzaamheden
Volgens de nieuwe bewoners hoort de zaak niet thuis in een kort geding, omdat de bouwwerkzaamheden buiten al klaar zijn en de bouwwerkzaamheden in het huis niet voor overlast zorgen. Volgens hen hebben de buren dat wat ze naar voren brengen over de overlast, zoals de aantasting van de persoonlijke levenssfeer, ook niet onderbouwd. Hoewel verbouwen altijd enige overlast met zich meebrengt, is er geen sprake van onrechtmatige hinder, zo stellen de nieuwe bewoners.
Geen objectieve onderbouwing
Aangezien alle vereiste vergunningen in orde zijn, kijkt de voorzieningenrechter alleen of er sprake is van onrechtmatige hinder door de verbouwing. Wat betreft de verbouwing zelf staat er volgens de rechter niet vast dat de nieuwe gevel leidt tot onrechtmatig uitzicht. Ook hebben de buren van de nieuwe bewoners niet met objectieve gegevens en feiten onderbouwd dat de verbouwing zorgt voor verminderde lichtinval en luchtstroom. De andere klachten worden evenmin objectief onderbouwd en daarom wijst de rechter de vordering van de bouwstop af. De eisers worden veroordeeld in de kosten van het geding.
ECLI:NL:RBLIM:2021:8495