Dringende redenen kunnen terugvordering toeslagen tegengaan
Wanneer een man door terugvordering van toeslagen weer in een schuldsaneringstraject dreigt te komen, steekt de rechtbank Noord-Holland daar een stokje voor.
Een man krijgt een WIA-uitkering met een toeslag voor gehuwde personen. Wanneer hij in 2017 zijn relatie verbreekt en weer bij zijn ouders gaat wonen, geeft hij de adreswijziging door. In 2020 krijgt het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) een melding van een vermoedelijke overtreding door de gewijzigde samenlevingsvorm. Het UVW beëindigt hierop de toeslag van de man, omdat zijn inkomsten per 1 februari 2020 hoger zijn dan het voor hem geldende sociaal minimum. Nu de man volgens het UWV niet heeft doorgegeven dat hij sinds maart 2017 niet meer (on)gehuwd samenwonend is maar alleenstaand woningdeler, moet hij de toeslag van 2017 tot 2020, tot een bedrag van bijna 17.000 euro, terugbetalen.
Schulden
Volgens de man heeft hij wel goed en tijdig laten weten dat zijn leefsituatie is gewijzigd, ook al kunnen zijn berichten als gevolg van het door het UVW opgelegde elektronisch communiceren niet meer worden getraceerd. Ook heeft hij de breuk met zijn ex-partner gemeld bij de verzekeringsarts, in het kader van de voortzetting van de WIA. Het UWV ziet hij als één loket en dus mocht hij ervan uitgaan dat zijn melding bij de arts ook bij het UWV terecht zou komen.
Daarnaast is er volgens hem ten onrechte geen rekening gehouden met de omstandigheid dat hij door het traject van schuldsanering verminderd zicht had op zijn financiële omstandigheden. Aangezien er voor hem een bedrag voor leefgeld werd vastgesteld, was het voor hem niet mogelijk een discrepantie op te merken tussen de hoogte van de uitkering en het inwonen bij zijn ouders.
Er is volgens hem bovendien sprake van een dringende reden op grond waarvan moet worden afgezien van terugvordering: hij zal hierdoor weer in de schulden komen.
Het UWV denkt er anders over. De man heeft niet voldaan aan de inlichtingenplicht door niet door te geven dat hij niet meer getrouwd is. Hierdoor is de toeslag ten onrechte verstrekt. Van een dringende reden om van terugvordering af te zien is geen sprake: het schuldsaneringstraject is inmiddels afgerond. Ook kon het redelijkerwijs duidelijk zijn voor de man dat hij per 2017 geen recht meer had op toeslag. Bij de aanvang van de toeslag was namelijk duidelijk aangegeven dat hij deze kreeg, omdat hij als gehuwd werd aangemerkt.
Inlichtingenplicht
De rechtbank oordeelt als volgt. Het wijzigen van de leefsituatie van gehuwd samenwonend naar alleenstaand is relevant bij het vaststellen van het recht op toeslag. Omdat de man bij de adreswijziging niet alle informatie heeft doorgegeven, heeft hij de inlichtingenplicht geschonden. Dus is er bijna drie jaar lang ten onrechte toeslag aan hem betaald. Alleen als sprake is van een dringende reden kan van terugvordering worden afgezien. Dit is het geval als door terugvordering onaanvaardbare sociale of financiële consequenties optreden.
In deze zaak acht de rechtbank van belang dat de man in een schuldsaneringstraject heeft gezeten en dat de ten onrechte betaalde toeslag één maand voor het afronden daarvan is teruggevorderd. Ook weegt mee dat de man voor de terugvordering al psychologische klachten had. Verder is niet gebleken dat hij niet te goeder trouw was in zijn aanname dat hij de gegevens op de juiste manier heeft doorgegeven, te meer nu hij werd bijgestaan door een schuldsaneringsambtenaar. Tot slot acht de rechtbank van belang dat het doel van de schuldsanering door de nieuwe schuld van de man teniet wordt gedaan.
Het UWV had daarom beter moeten motiveren waarom geen sprake is van een dringende reden om af te zien van terugvordering. Nu dit niet is gebeurd, is het beroep van de man gegrond. Het besluit van het UWV wordt vernietigd.
ECLI:NL:RBNHO:2022:3017