Deze uitspraak gaat over de vraag of betrokkenen, die in Nederland werken als zelfstandig ondernemer en in Belgiƫ wonen, recht hebben op een uitkering voor levensonderhoud op grond van de Tozo 1. Deze uitkering was bedoeld voor zelfstandigen die door de coronacrisis financieel zijn geraakt en werd vanaf maart 2020 voor maximaal drie aaneengesloten kalendermaanden verstrekt. Volgens de Tozo 1 hebben alleen zelfstandigen die in Nederland wonen recht op de Tozo 1-uitkering. De vraag is of dit woonlandvereiste is toegestaan op grond van het recht van de Europese Unie (EU). Anders dan de rechtbank is de Raad van oordeel dat de afwijzing van de aanvraag van betrokkenen rechtmatig is. Van een beperking van de vrijheid van vestiging als bedoeld in artikel 49 van het VWEU2 is geen sprake.