Faillissement: een goede manier om van een werknemer af te komen?

Het aantal werknemers van een onderneming neemt in de loop der jaren af van 39 naar 3. Om de bedrijfskosten verder te drukken wordt met een van de overgebleven werkneemsters overlegd over salarisverlaging en uiteindelijk wordt aan haar een beëindigingsvoorstel gedaan. De werkneemster wil instemmen met een beëindiging mits zij de volledige transitievergoeding ontvangt. Partijen komen niet tot overeenstemming. De werkneemster valt vervolgens uit wegens ziekte. Op 6 mei 2020 spreekt de rechtbank het faillissement van de werkgever, op eigen verzoek, uit. De curator zegt de arbeidsovereenkomst met de werkneemster twee dagen later op. De werkneemster stelt verzet in tegen het faillissement. Het faillissement wordt alsnog vernietigd omdat de financiële administratie onvoldoende duidelijkheid biedt over de financiële positie van de werkgever.

Vernietiging van een faillissement betekent niet dat de opzegging van de arbeidsovereenkomst door de curator is komen te vervallen, maar wel dat de opzegging in strijd is gedaan met de wettelijke voorschriften. De werknemer kan vervolgens vernietiging van de opzegging vragen of toekenning van een billijke vergoeding.

Vordering
De werkneemster start een gerechtelijke procedure tegen de werkgever. Zij vordert onder andere betaling van achterstallig loon, een transitievergoeding, schadevergoeding en een billijke vergoeding. Zij vordert geen vernietiging van de arbeidsovereenkomst.

Nu het faillissement als grondslag voor het ontslag is komen te vervallen, is er – kort gezegd – geen grondslag meer voor het ontslag en zijn de ‘gewone’ arbeidsrechtelijke regels van Boek 6, titel 10 van het BW van kracht. Op grond van die regels dient een opzegtermijn van vier maanden in acht te worden genomen. In deze casus een opzegtermijn van zes weken gehanteerd, daardoor wijst de rechter een gefixeerde schadevergoeding toe van € 12.763,34. Daarnaast heeft de werkneemster recht op een transitievergoeding van € 22.126,00 bruto en een billijke vergoeding van € 10.000. Ook krijgt zij nog € 10.440,52 aan achterstallig salaris, wordt een immateriële schadevergoeding toegewezen van € 1.000 en een vergoeding voor kosten rechtsbijstand van € 2.500.

In een andere procedure zal nog worden beslist of de bestuurders ook persoonlijk aansprakelijk zijn voor de vordering van de werkneemster op de onderneming.

Uiteindelijke veel hogere kosten
De kosten van dit ontslag zijn voor de werkgever uiteindelijk veel hoger geworden dan wanneer de arbeidsovereenkomst van deze werkneemster met wederzijds goedvinden was beëindigd met toekenning van een transitievergoeding. Daarnaast had de werkgever bijvoorbeeld ook een ontslagvergunning kunnen aanvragen bij het UWV wegens bedrijfseconomische redenen om de arbeidsovereenkomst van de werkneemster te kunnen beëindigen.

Het aanvragen van het faillissement is dan ook meestal niet de beste manier om loonkosten te drukken of de arbeidsovereenkomst van werknemer(s) te beëindigen.

Zijn de loonkosten in uw onderneming (te) hoog? Of ziet u geen andere mogelijkheid meer dan ontslag van uw werknemer(s)? STIPT. zoekt graag samen met u naar een passende oplossing.

Contact opnemen

Transitievergoeding
Een transitievergoeding is de wettelijke ontslagvergoeding, die werkgever bij ontslag aan werknemer verschuldigd is, tenzij de werknemer ernstig verwijtbaar heeft gehandeld (artikel 7:673 BW). Als de werknemer zelf opzegt bestaat er géén recht op een transitievergoeding. Sinds 1 januari 2020 heeft iedere werknemer, ongeacht of er sprake is van een tijdelijk contract, vanaf dag 1 recht op transitievergoeding bij ontslag. De hoogte van de transitievergoeding bedraagt 1/3 maandsalaris per gewerkt jaar.
Meer info »
Rechtbank
De rechtbank is het gerecht in eerste aanleg.
Meer info »
Arbeidsovereenkomst
De overeenkomst waarbij de werknemer zich verbindt om in dienst van de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten. Drie elementen dienen aanwezig te zijn om te kunnen spreken van een arbeidsovereenkomst: arbeid (persoonlijk verricht door de werknemer), loon (veelal in geld) en een gezagsverhouding.
Meer info »
Verzet
Waneer een van de partijen het niet eens is met een verstekvonnis kan hij een verzetprocedure starten. Een verzetprocedure wordt gevoerd bij de rechter die het verstekvonnis heeft gewezen en vangt aan met een dagvaarding.
Meer info »
Opzegtermijn
De opzegtermijn is de termijn die in acht genomen moet worden bij de opzegging van de arbeidsovereenkomst (artikel 7:672 BW). De wet bepaalt dat de opzegtermijn voor een werknemer één maand is, en dat de opzegtermijn voor een werkgever afhankelijk is van de duur van het dienstverband: (i) minder dan 5 jaar is 1 maand, (ii) tussen vijf en tien jaar is 2 maanden, (iii) tussen tien en vijftien jaar is 3 maanden, (iv) meer dan vijftien jaar is 4 maanden. Partijen kunnen schriftelijk afwijken van de wettelijke opzegtermijn.
Meer info »
Billijke vergoeding
De billijke vergoeding is een vergoeding die een kantonrechter in een ontbindingsprocedure kan toekennen aan een werknemer, bovenop de wettelijke verplichte transitievergoeding. Voor een billijke vergoeding is enkel plaats als de werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld richting de werknemer.
Meer info »