Heeft de aannemer gehandeld zoals een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot te werk zou zijn gegaan?
Om een lekkage te verhelpen heeft een aannemer gezaagd in een koof boven het plafond. Een aantal jaren laten blijkt dat er asbest in het pand is vrijgekomen. Is de aannemer aansprakelijk voor de schade die hieruit is ontstaan voor de opdrachtgever?
Een eigenaar van een pand dat gebouwd is in 1980, geeft een aannemer de opdracht een lekkage te verhelpen. Om de verstopping te kunnen verhelpen, zaagt de aannemer een plaat uit een koof boven het plafond. Een aantal jaren later volgt uit een asbestinventarisatie dat in het pand een risicovolle situatie aanwezig was door losliggende restanten asbest of asbesthoudend stof.
Volgens de opdrachtgever hebben asbestdeeltjes zich door het luchtcirculatiesysteem kunnen verspreiden doordat de aannemer een stuk asbesthoudende plaat uit de koof heeft gezaagd en de plaat op het systeemplafond heeft laten liggen. De eigenaar stelt de aannemer aansprakelijk voor de schade die hij heeft geleden en start een procedure bij de rechtbank. De aannemer had moeten onderzoeken van welk materiaal de koof was gemaakt en als deskundige had hij kennis moeten hebben van de structuur van asbesthoudend materiaal en alert moeten zijn op eventuele aanwezigheid van asbesthoudend materiaal in bouwwerken van voor 1993.
De aannemer weerspreekt dat de koof van asbesthoudend materiaal was en – zelfs al was dit het geval – hij dit niet had hoeven weten. Daarnaast betwist de aannemer dat de asbestverspreiding in het pand het gevolg is van de zaagwerkzaamheden.
De rechtbank wijst de vordering af, waarna de opdrachtgever in hoger beroep gaat.
De vraag die volgens het hof moet worden beantwoord is of de aannemer als opdrachtnemer heeft gehandeld zoals een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot te werk zou zijn gegaan? Wat dat inhoudt, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval.
Volgens het hof is ook in hoger beroep niet komen vast te staan dat de koof waarin is gezaagd daadwerkelijk asbesthoudend materiaal bevatte en dat het dit materiaal is geweest dat in het pand is terechtgekomen. Ten overvloede overweegt het hof dat – ook al zou dit het geval zijn – de aannemer daarvan geen verwijt treft. De aannemer heeft een eenmansbedrijf en bezat geen specifieke deskundigheid op het gebied van asbest. Ook is niet komen vast te staan dat hij wist dat het pand van voor 1993 was en heeft hij voldoende onderbouwd dat de koof rond een inpandige hemelwaterafvoer geen voor de hand liggende plaats is voor het gebruik van asbest.
Het hof beslist dat de aannemer door te handelen als hij heeft gedaan, niet onzorgvuldig heeft gehandeld, zodat hij niet aansprakelijk is voor de schade die de opdrachtgever stelt te hebben geleden. Het hof lijkt bij zijn beslissing veel gewicht toe te kennen aan het feit dat de aannemer een eenmansbedrijf had en geen specifieke deskundigheid op het gebied van asbest bezat (lees de hele uitspraak op: https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHARL:2021:739).
Dit kan bij grotere aannemers dus wel anders zijn. Recent oordeelde Hof Amsterdam nog dat de aannemer in kwestie, die voor een particuliere opdrachtgever als bouwbegeleider optrad bij de renovatie van een gedateerd pand – en geen deskundige was op het gebied van asbest - niet als redelijk bekwaam en redelijk handelend opdrachtnemer had gehandeld, door geen asbestinventarisatie te laten uitvoeren.
Wat in de hierboven besproken zaak meespeelde was dat de opdrachtgever onvoldoende had onderbouwd dat de aannemer wist (of had kunnen weten) dat de koof asbest bevatte. Een betere onderbouwing van de stellingen van de opdrachtgever had wellicht tot hele andere uitkomsten geleid. Het is als aannemer, zeker bij gebouwen van voor 1993, raadzaam om op je hoede te zijn voor de aanwezigheid van asbest om een aansprakelijkstelling te voorkomen. Óók in het geval u geen specifieke deskundigheid heeft op het gebied van asbest. Wilt u meer informatie over dit onderwerp of advies in een lopende zaak? Neem dan contact met ons op!