Hoe treedt u op tegen wanprestatie? Deel 2 (aanvullende) schadevergoeding
Aanvullende schadevergoeding kan in combinatie met andere acties worden gevorderd. Het vorderen van deze schadevergoeding gaat niet ten koste van de mogelijkheid om andere acties in te zetten.
U hebt recht op aanvullende schadevergoeding indien u schade hebt geleden als gevolg van een toerekenbare tekortkoming door uw contractspartij. Uitgangspunt is dat uw wederpartij u, door de schadevergoeding, in de positie brengt waarin u zich zou bevinden wanneer de overeenkomst correct zou zijn uitgevoerd. U kunt dus geen vergoeding verlangen van schade die u ook zou hebben geleden als er geen sprake was van wanprestatie.
Toerekenbaar of overmacht
De tekortkoming is in beginsel toerekenbaar, tenzij sprake is van overmacht. Uw contractspartij moet bewijzen dat van overmacht sprake is. Van overmacht, in de zin van de wet, is niet snel sprake. Het begrip overmacht kan in contracten echter worden opgerekt. De partij die diensten of producten moet leveren heeft daar belang bij. Zo kan, bijvoorbeeld, te late toeleveringen van onderdelen, in een contract worden benoemd tot een geval van overmacht. Voor een ‘inkoper’ is het dus van belang om te controleren of het overmachtsbegrip niet te ver is opgerekt in de leveringsvoorwaarden. Immers zonder toerekenbaarheid geen aansprakelijkheid.
Verzuim
Voor aansprakelijkheid is verzuim vereist, tenzij nakoming blijvend onmogelijk is. Wat verzuim precies inhoudt en hoe u de tekortschietende partij in verzuim brengt, is besproken in het eerste deel van deze reeks artikelen over wanprestatie. In aanvulling daarop wordt in dit artikel kort ingegaan op het begrip schuldeisersverzuim.
Verzuim is niet vereist voor het vorderen van wettelijke handelsrente in het geval van te late betaling bij handelsovereenkomsten (tussen professionele partijen).
Schuldeisersverzuim
Uw contractspartij kan niet in verzuim komen zolang u zelf in (schuldeisers)verzuim bent. Kort gezegd komt u, als schuldeiser, in verzuim als u verhindert dat uw contractspartij zijn verplichting nakomt door daaraan geen medewerking te verlenen. Indien, bijvoorbeeld, de opdrachtgever de aannemer niet toelaat op de bouwplaats, kan schuldeisersverzuim ontstaan.
Ook als de tekortkoming wordt veroorzaakt door een omstandigheid die buiten uw toedoen wordt veroorzaakt, maar wel voor uw risico komt, kan schuldeisersverzuim ontstaan. Uiteraard kan ook schuldeisersverzuim ontstaan indien u als schuldeiser een eigen verplichting jegens de schuldenaar niet nakomt en deze om die reden zijn werkzaamheden opschort.
In de praktijk speelt vaak de vraag wie er eerder in verzuim was, de schuldeiser, of de schuldenaar. Daarom is voorzichtigheid geboden voordat u nakoming door uw contractspartij weigert of zelf stopt met het nakomen van uw eigen verplichting. Bedenk eerst goed of de ander al in verzuim is voordat u daartoe overgaat.
Schadevergoeding
Voor vergoeding komt in aanmerking alle schade die, gelet op de omstandigheden van het geval, als een gevolg aan de wanprestatie kan worden toegerekend. In deze algemene formulering schuilt een aantal aspecten dat van invloed is op de vraag welke schade, wanneer voor vergoeding in aanmerking komt. Voor de zakelijke markt is relevant dat als gevolg van de wanprestatie noodzakelijke kosten eerder in aanmerking komen voor vergoeding dan bijvoorbeeld gederfde winst. Schade wegens het verlies van een kans is nog moeilijker om vergoed te krijgen. Als de wanprestatie bestaat uit een welbewust handelen dan komt schade eerder voor vergoeding in aanmerking dan wanneer sprake is van een risicoaansprakelijkheid, ontstaan buiten toedoen van de schuldenaar. Hoe ernstiger de gedraging, hoe sneller een rechter geneigd is om schade toe te rekenen aan die gedraging. Tot slot is van belang in welke mate de schuldenaar had kunnen voorzien dat de schade zou ontstaan door zijn wanprestatie.
Beperkingen op schadevergoedingsplicht
Er zijn verschillende omstandigheden denkbaar die leiden tot een beperking van de voor vergoeding in aanmerking komende schade. Bijvoorbeeld de eigen schuld. Als de schade voor een deel ook het gevolg is van eigen handelen van de schuldeiser, dan wordt de vergoedingsplicht naar rato verminderd. Een belangrijk voorbeeld hiervan is de schadebeperkingsplicht. De schuldeiser moet binnen redelijke grenzen maatregelen treffen om zijn schade te voorkomen of te beperken. Doet hij dit niet dan is sprake van eigen schuld.
Een ander voorbeeld is het verrekenen van voordeel. Als de wanprestatie, naast schade, ook leidt tot een voordeel voor de schuldeiser, dan dient dat voordeel in mindering te worden gebracht op de vast te stellen schade. Met name dit voorbeeld maakt dat een vordering tot schadevergoeding weloverwogen moet worden ingesteld.
Een voorbeeld: u spreekt in een raamovereenkomst af dat u gedurende een looptijd van vier jaar maandelijks diensten verleent aan uw wederpartij voor EUR 5.000 per maand. Na twee jaar zegt uw klant de overeenkomst op en kondigt aan niet meer te zullen afnemen. U vordert schadevergoeding van (24 maal 5.000 is) EUR 120.000. Uw klant verweert zich en stelt dat u ook uw diensten niet meer hoeft te verlenen en daardoor voordeel geniet als gevolg van de opzegging van de raamovereenkomst en dat dat voordeel moet worden verrekend. Dit verweer snijdt hout en u komt terecht in een ingewikkelde discussie over de omvang van de schade, de kostprijs van uw diensten en (dus) de door u gederfde winst. De relatie bent u kwijt, want u raakt uit beeld. Een actie tot nakoming, in plaats van een actie tot schadevergoeding, zou veel meer voor de hand liggen. Daarover schrijf ik in deel 3 van deze reeks artikelen. Voor vragen over schadevergoeding mailt u gerust naar s.bruinssot@stiptadvocaten.nl.
Dit artikel is deel 2 van een serie van vier artikelen over tekortkoming, nakoming, ingebrekestelling, verzuim, ontbinding en schadevergoeding.