Huurder in schuldsaneringstraject mag huis niet worden uitgezet
Een huurder met problematische schulden moet de kans krijgen om een oplossing te vinden voor zijn schulden. De rechtbank Den Haag verbiedt de verhuurder daarom het huurhuis te ontruimen.
Na het overlijden van zijn vader volgt voor een huurder een lastige periode waarin hij het overzicht over zijn financiën kwijtraakt, met problematische schulden als gevolg. Als zijn verhuurder hem laat weten dat hij het huis zal ontruimen omdat de huur al langere tijd niet is betaald, laat de huurder het er niet bij zitten. Hij stapt naar de rechtbank Den Haag om een voorlopige voorziening te vragen, waarbij de ontruiming voor zes maanden wordt verboden. Ook dient hij een wsnp-verzoek in (Wet schuldsanering natuurlijke personen).
Adempauze
Als iemand kampt met problematische schulden biedt de wet de mogelijkheid met een voorlopige voorziening een soort adempauze te bereiken. Daarmee krijgt de schuldenaar de kans om met zijn schuldeisers een minnelijke schuldregeling te treffen, zonder gehinderd te worden door (executie)maatregelen. Een voorwaarde voor deze adempauze is dat gestart is met het schuldsaneringstraject én dat sprake is van een bedreigende situatie, zoals een gedwongen woningontruiming.
Van zo'n bedreigende situatie is in deze zaak sprake, zo stelt de rechtbank vast. De ontruiming is immers aangezegd tegen 3 februari 2023. Ook is een prille start gemaakt met het minnelijk traject: de man heeft zich op 1 februari 2023 aangemeld bij een schuldhulpverlener. Die verwacht in maart met een aanbod aan de schuldeisers te komen, namelijk een 100 procent uitkering over een periode van 18 maanden. Om het verzoek om een voorlopige voorziening te kunnen toewijzen, moeten de lopende huurtermijnen op tijd worden betaald. Nu de man inmiddels bij een nieuwe werkgever is begonnen als fulltime IT-medewerker is zijn inkomen flink toegenomen. Tijdige betaling van de huur is daarmee voldoende gegarandeerd, aldus de rechtbank.
Belang huurder
De belangen van de huurder wegen nu zwaarder dan die van de verhuurder, zo oordeelt de rechter. Het belang om te kunnen beschikken over woonruimte spreekt voor zich, maar de man moet ook de kans krijgen om een oplossing te regelen voor zijn schulden. Hij heeft een lastige tijd achter de rug, maar is echt van plan zijn leven weer meer op de rit te krijgen. Hij heeft sinds kort een nieuwe baan, met een salaris waarmee hij zijn schuldeisers in termijnen kan betalen. Zou hij nu zijn huis worden uitgezet, dan is er een reële kans dat hij zijn proeftijd niet doorkomt en zijn situatie verder destabiliseert. Dan wordt ook het schuldhulpverleningstraject stopgezet. De kans is dan groot dat hij nieuwe schulden maakt en in een vicieuze cirkel terechtkomt. De aangekondigde ontruiming heeft hem net op tijd wakker geschud en hij is gemotiveerd om zijn schuldenproblemen op te lossen. De rechtbank wijst het verzoek daarom toe: de verhuurder mag het huis het komende half jaar niet ontruimen.