Huurder moet aantonen dat opzeggingsbrief verhuurder heeft bereikt

Een huurder zegt de huur per aangetekende brief op. De verhuurder zegt die brief niet te hebben ontvangen; de huur loopt dan door. De huurder moet aantonen dat zijn opzeggingsbrief de verhuurder heeft bereikt.

Een huurder besluit de huurovereenkomst van zijn woning en de parkeerplek daarbij op te zeggen. Dat doet hij met een aangetekende brief naar het adres van de verhuurder, zoals dat in het huurcontract staat. De opzegging gaat in op de dag dat de brief is verstuurd. Twee maanden later mailt de huurder naar de verhuurder en hij verwijst naar de huuropzegging, en twee weken later doet hij dit nog eens. De verhuurder zegt de opzegging nooit te hebben gekregen en eist bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant betaling van de huurachterstand.

Geadresseerde moet zijn ‘bereikt’

Heeft de huurder de huurovereenkomst correct opgezegd? In het Burgerlijk Wetboek staat hoe dit moet gebeuren. Een tot een bepaalde persoon gerichte verklaring (zoals hier de opzeggingsbrief) moet, om haar werking te hebben, diegene hebben bereikt. Een schriftelijke verklaring heeft iemand bereikt als die door deze persoon is ontvangen. Als de geadresseerde betwist dat de verklaring hem heeft bereikt, moet de afzender feiten en omstandigheden stellen en bewijzen waaruit volgt dat hij de brief heeft verzonden naar een adres waarvan hij redelijkerwijs mocht aannemen dat de geadresseerde daar kon worden bereikt én dat de schriftelijke verklaring daar is aangekomen.

Track- en tracegegevens

Volgens de kantonrechter blijkt hier uit het verzendbewijs met een QR-code niet dat de brief op het adres is aangekomen. De huurder had met de track- en tracegegevens duidelijk moeten maken wanneer de brief op dat adres is bezorgd, maar heeft dit niet gedaan. Nu staat niet vast dat de brief daar is aangekomen.

Sleutels

Maar uit zijn mails blijkt wel dat de huurder de wil had om de huurovereenkomst te beëindigen. Deze mails heeft de verhuurder wel gekregen. Die e-mails vat de kantonrechter op als een opzegging. Er gold een opzegtermijn van een maand, en die gaat een maand na de eerste e-mail in. De verhuurder stelt nog dat de huurovereenkomst niet is geëindigd omdat de sleutels niet tijdig zijn ingeleverd, maar dit gaat niet op: het verstrekken van de sleutels aan de verhuurder is geen voorwaarde voor een rechtsgeldige beëindiging van een huurovereenkomst. De huurder moet de huur over die laatste maanden tot en met de opzegtermijn van een maand dus alsnog betalen.

ECLI:NL:RBZWB:2024:6974

Contact opnemen

Huurovereenkomst
Huur is de overeenkomst waarbij de verhuurder zich verbindt aan de huurder een zaak of een gedeelte daarvan in gebruik te verstrekken en de huurder zich verbindt tot een tegenprestatie (artikel 7:201 BW). Beide partijen hebben rechten en verplichtingen. Zo is de verhuurder verplicht het verhuurde ter beschikking te stellen en te gebreken aan het verhuurde te verhelpen. De huurder is onder meer verplicht om de huur te betalen en om zich als een goed huurder te gedragen. Dit zijn algemene regels voor huur, die gelden voor zowel de huur van woonruimte als de huur van bedrijfsruimte.
Meer info »
Rechtbank
De rechtbank is het gerecht in eerste aanleg.
Meer info »
Kantonrechter
De kantonrechter is belast met de behandelingen van bepaalde soorten zaken, namelijk: civiele zaken tot een bedrag van EUR 25.000,-, arbeidszaken, huurzaken, consumentenkoopzaken en consumentenkredietzaken. Verder gaat de kantonrechter ook over zaken met betrekking tot bewind, curatele, mentorschap en het verwerpen of aanvaarden van erfenissen. Het is bij een kantonrechter niet verplicht om een advocaat in te schakelen.
Meer info »
Opzegtermijn
De opzegtermijn is de termijn die in acht genomen moet worden bij de opzegging van de arbeidsovereenkomst (artikel 7:672 BW). De wet bepaalt dat de opzegtermijn voor een werknemer één maand is, en dat de opzegtermijn voor een werkgever afhankelijk is van de duur van het dienstverband: (i) minder dan 5 jaar is 1 maand, (ii) tussen vijf en tien jaar is 2 maanden, (iii) tussen tien en vijftien jaar is 3 maanden, (iv) meer dan vijftien jaar is 4 maanden. Partijen kunnen schriftelijk afwijken van de wettelijke opzegtermijn.
Meer info »