Moeten zorgmedewerkers verplicht aan het werk na positieve coronatest?
Vakbod FNV Zorg & Welzijn trok vorige week aan de bel. Zorgmedewerkers met (milde) klachten, ook die positief zijn getest op het coronavirus, worden regelmatig gevraagd om toch door te werken vanwege het personeelstekort en hoge ziekteverzuim. Het gaat om verpleegkundigen, artsen en andere zorgmedewerkers. Los van het risico voor de patiënten (en collega’s) waarmee deze werknemers werken is de vraag of de werkgever de werknemers kan verplichten om te komen werken. STIPT. legt uit.
De huidige overheidsmaatregelen, gebaseerd op richtlijnen van het RIVM, bevatten de verplichting om ten minste 10 dagen in quarantaine te gaan wanneer je positief getest wordt op het coronavirus. In de RIVM-richtlijn voor zorgmedewerkers is hierop echter de volgende uitzondering te lezen:
Bij hoge uitzondering en alléén als de zorgcontinuïteit in het geding komt, kan hiervan afgeweken worden, mits de zorgmedewerker geen klachten heeft en tijdens het werk altijd een chirurgisch mondneusmasker minimaal type II draagt. Daarnaast draagt de zorgmedewerker ook nog handschoenen bij persoonlijke verzorging of lichamelijk onderzoek. Deze zorgmedewerker krijgt heldere instructies over het vroegtijdig signaleren van gezondheidsklachten en wordt bij voorkeur niet ingezet voor zorg van de meest kwetsbaren binnen de instelling.
Een zorginstelling heeft dus de vrijheid om onder bepaalde voorwaarden af te wijken van de maatregelen en kan er dus voor kiezen een werknemer die positief getest is op het coronavirus op te roepen om te komen werken.
Bij arbeidsongeschiktheid ten gevolge van ziekte is een werknemer niet verplicht om te komen werken. Dat een werknemer ziek is, is op zich niet voldoende om thuis te mogen blijven: de werknemer moet dóór de ziekte niet in staat zijn, zijn werkzaamheden te kunnen verrichten. Of een werknemer vanwege ziekte arbeidsongeschikt is, hangt af van zijn functie. Een fietskoerier met een gebroken been, is arbeidsongeschikt. Een kantoormedewerker met een gebroken been hoeft echter niet arbeidsongeschikt te zijn. Bij discussie over de vraag of de werknemer (deels) arbeidsongeschikt is, zal het oordeel van een bedrijfsarts bepalend zijn. Als er geen sprake is van arbeidsongeschiktheid, kan de werkgever de werknemer oproepen om te komen werken. Bij weigering van de oproep is sprake van werkweigering. Dit kan vervelende consequenties hebben voor de werknemer en kan uiteindelijk leiden tot een loonstop of zelfs tot ontslag. Er is geen sprake van werkweigering indien het verzoek van de werkgever een onredelijk verzoek betreft. Of het verzoek van de werkgever redelijk of onredelijk is, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval.
Een werknemer die positief is getest op het coronavirus maar niet arbeidsongeschikt is, kan op grond van de RIVM-richtlijn, door de werkgever worden opgeroepen om te komen werken. Als het verzoek van de werkgever redelijk is, zal de werknemer hieraan gehoor moeten geven. Omdat de overheid ruimte laat aan werkgevers in de zorgsector om besmette werknemers op te roepen wanneer de continuïteit van de zorg in het geding komt, kan worden beargumenteerd dat het verzoek van de werkgever redelijk is. Omdat de werkgever verplicht is een veilige werkomgeving te creëren, zal de veiligheid van (overige) werknemers moeten worden gewaarborgd. De betreffende werknemer dient daarom op grond van de richtlijn bepaalde veiligheidskleding te dragen. Zorgaanbieders geven aan dat werken met klachten of na een positieve test momenteel vrijwillig is. In dat geval is het ‘veilig’ om de oproep om te komen werken te weigeren. Echter, indien dit niet (langer) vrijwillig zou zijn, bestaat de kans dat de werkgever de werknemer wel kan verplichten om te komen werken.