Mogelijk brandgevaar onvoldoende grond voor tijdelijke ontruiming
De verhuurder van een pand kan belang hebben bij renovatiewerkzaamheden aan een door hem verhuurd pand, bijvoorbeeld omdat hij wil voorkomen dat er gebreken ontstaan. Wanneer de huurder niet aan die werkzaamheden wil meewerken, kan hij daartoe toch verplicht worden als het gaat om dringende werkzaamheden, zoals funderingsherstel of het brandveilig maken van de woning. Of daarvan sprake is, hangt af van de omstandigheden.
Dringende werkzaamheden zijn werkzaamheden die niet zonder nadeel voor de huurder kunnen worden uitgesteld totdat de huurovereenkomst is geëindigd. Hierbij gaat het om dringend nodige reparaties en werkzaamheden die nodig zijn om schade te herstellen of te voorkomen. Wanneer een huurder de werkzaamheden weigert, moet hij daar een goede reden voor hebben. Ontbreekt deze en blijft de huurder weigeren, dan loopt hij het risico uit zijn huurwoning te worden gezet.
Brandgevaar bestaat al veertig jaar
Een woning op de tweede en derde verdieping en de zolder wordt sinds 1982 door twee huurders bewoond. De verhuurder wil het hele pand renoveren en ombouwen tot meerdere appartementen, maar de huurders staan niet open voor een regeling en willen het huis niet uit. Nadat de renovatiewerkzaamheden zijn gestart, ontdekt de verhuurder dat de situatie in het pand brandgevaarlijk is, vanwege de houten en kierende vloer op de tweede verdieping. Om die vloer veilig te kunnen maken wil hij dat de huurders op korte termijn voor een paar weken het huis uitgaan. Volgens hem zijn zij verplicht mee te werken aan het uitvoeren van dringende werkzaamheden aan de huurwoning. De huurders willen wel meewerken aan het mogelijk maken van die werkzaamheden, maar ze willen hun huis niet uit. Zij stellen dat er geen sprake is van dringende werkzaamheden, maar van renovatiewerkzaamheden.
De voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam oordeelt dat de vloer er al zeker 40 jaar ligt en dat er dan ook geen reden is om van de huurders te verlangen dat ze op stel en sprong het huis uitgaan, waarbij ook de hele inboedel op de tweede etage in veiligheid moet worden gebracht. Zo'n maatregel is volgens de rechter bijzonder ingrijpend. Echter, met een brandgevaarlijke situatie die er al 40 jaar is ligt het volgens de rechter wel voor de hand dat er binnen afzienbare termijn maatregelen worden getroffen. Het is in het belang van de huurders dat ze daaraan meewerken. De rechter dringt er dan ook bij hen op aan mee te werken aan het brandwerend maken van de vloer, om te voorkomen dat zij in de komende jaren hun huis alsnog uit moeten.
https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBAMS:2021:6249