Onenigheid over vertraging groot bouwproject

Een groot bouwproject loopt vertraging op. Wie moet opdraaien voor de financiële schade: de opdrachtgever of de aannemer?

Op het Jaarbeursplein in Utrecht wordt de Galaxy Tower gebouwd, een hotel- en woontoren van dertig verdiepingen. De opdrachtgever en de aannemer sluiten in 2018 een bouwovereenkomst waarin staat dat de aanneemsom (ruim 71 miljoen euro) zal worden gekort met 50 euro per dag voor elke niet opgeleverde woning en 5000 euro per dag voor het hotel, met een maximum van 1 miljoen. De aannemer huurt een onderaannemer in voor het gevelwerk.

Tijdens de bouw treden er vertragingen op. Die komen, aldus de aannemer, voor rekening van de opdrachtgever, die allerlei bouwkundige informatie te laat aanlevert. De aannemer kan daardoor niet vooruit. Het conflict loopt zo hoog op dat de opdrachtgever naar de voorzieningenrechter (rechtbank Amsterdam) stapt. Hij eist dat de aannemer zich houdt aan de afgesproken opleverdatum. Die moet weliswaar betalen bij een te late opleverdatum, maar de opdrachtgever moet méér betalen aan zijn beleggers als de toren niet tijdig gereed is: een niet gemaximeerde boete van 250.000 euro per maand. Hij vreest voor nog meer vertraging nu het gevelwerk niet wordt afgemaakt door de eerste gevelbouwer, de aannemer is overgestapt naar een andere onderaannemer. De aannemer vordert bij de voorzieningenrechter dat de opdrachtgever wordt veroordeeld om zekerheid te stellen voor 8,7 miljoen euro. Hij vreest dat zijn opdrachtgever de uiteindelijke rekening niet zal betalen, zeker nu de beleggers nog geen akkoord hebben gegeven over het meerwerk.

Vertraging

De voorzieningenrechter constateert ook dat de opdrachtgever vaak te laat is met het aanleveren van bouwtechnische informatie, waardoor het werk vertraging oploopt. Er is geen reden om aan te nemen dat de aannemer niet zijn uiterste best zal doen om het gebouw zo snel mogelijk op te leveren. Verder oordeelt de voorzieningenrechter dat de aannemingsovereenkomst geen verbod bevat om afscheid te nemen van de gevelbouwer en een andere in te schakelen, wat niet leidt tot (extra) vertraging. Daarom wijst hij alle vorderingen van de opdrachtgever af.

De zekerheidsstelling die de opdrachtgever wil wijst de voorzieningenrechter ook af. Een deel (4 miljoen euro) heeft betrekking op schade door vertragingen, de rest (4,7 miljoen) komt door meerwerk. Omdat beide partijen nog niet akkoord zijn over de hoogte van de vergoeding voor nieuwe vertragingen, en omdat de hoogte van de post ‘meerwerk’ nog niet vaststaat, is er onduidelijkheid over de bedragen. Er zijn verder geen redenen om aan te nemen dat de opdrachtgever de aannemer niet zal betalen. Ook de vorderingen van de aannemer worden afgewezen.

ECLI:NL:RBAMS:2021:5015

Contact opnemen

Voorzieningenrechter
De voorzieningenrechter is de rechter die oordeelt in kort geding.
Meer info »