In deze casus gaat het om het volgende. Werknemer is senior projectmanager, en in zijn arbeidsovereenkomst is een geheimhoudingsbeding opgenomen. Na bijna 3 jaar dienstverband laat werkgever aan werknemer weten dat hij het dienstverband om bedrijfseconomische redenen wil beëindigen en wordt aan werknemer verzocht om zijn bedrijfseigendommen in te leveren.
Na dit verzoek heeft werknemer meerdere bestanden van werkgever gedownload en naar zijn privé e-mailadres gestuurd. Daarnaast heeft werknemer naar diverse klanten zijn nieuwe telefoonnummer gestuurd, hetgeen in strijd is met het geheimhoudingsbeding.
Na afwijzing van de ontslagaanvraag door het UWV, komen partijen op 10 augustus 2021 -één week later- alsnog een vaststellingsovereenkomst (“VSO”) overeen, met een einddatum van 30 september 2021.
Op 29 september 2021 wordt werknemer op staande voet ontslagen, omdat hij vertrouwelijke bedrijfsinformatie heeft gedownload en hij in dienst is getreden bij een directe concurrent.
Werknemer vecht het ontslag op staande voet aan. De kantonrechter heeft geoordeeld dat sprake is van een rechtsgeldig ontslag op staande voet. Werknemer gaat in hoger beroep.
Werknemer stelt dat hij de gedownloade informatie nodig had voor de ontslagprocedure bij het UWV. Hij geeft aan dat werkgever een eenzijdig beeld aan het UWV had geschetst over de bedrijfseconomische noodzaak. Maar deze verklaring overtuigt het hof niet, omdat op het moment van het downloaden, de gemachtigde van de werknemer al gemotiveerd verweer in de UWV-procedure had gevoerd.
Naar het oordeel van hof heeft werknemer zich zodanig gedragen dat hij het vertrouwen van de werkgever onwaardig is geworden en dat van werkgever redelijkerwijs niet gevergd kon worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Dat de werknemer was vrijgesteld van werkzaamheden en het dienstverband nog maar één dag duurde, doet hieraan niet af.
Werkgever had al eerder aan werknemer laten weten dat hij in strijd met het geheimhoudingsbeding had gehandeld, door zijn nieuwe telefoonnummer naar klanten te sturen. Dus ook al verkeerde werknemer in de veronderstelling dat het hem vrijstond om bestanden te downloaden, had hij moeten begrijpen dat werkgever zijn handelswijze niet zou accepteren. Hij heeft nagelaten hierover iets te zeggen en dat maakt dat sprake is van ernstig verwijtbaar handelen.
Het verzoek van werknemer om vernietiging van het ontslag op staande voet is volgens het hof terecht afgewezen. Dit geldt ook voor de verzochte betaling van de transitievergoeding, de vergoeding wegens onregelmatige opzegging en het achterstallig salaris.
Tot dit oordeel zou het hof ook zijn gekomen als ervan wordt uitgegaan dat werknemer de bestanden niet met een derde zou hebben gedeeld, omdat zowel in de arbeidsovereenkomst als in de VSO een geheimhoudingsbeding is opgenomen.
Werknemer kan aan de VSO geen rechten ontlenen, omdat het ontslag op staande voet voortijdig-vóór het bereiken van de einddatum- een einde heeft gemaakt aan de arbeidsovereenkomst.