Ontslag wegens seksueel grensoverschrijdend gedrag. Recht op een transitievergoeding?
Berichten over seksueel overschrijdend gedrag op de werkvloer volgen elkaar in de media in rap tempo op. Dergelijk gedrag leidt inmiddels ook regelmatig tot ontslag. Heeft de ontslagen werknemer in zo'n geval recht op een transitievergoeding? De Hoge Raad heeft in een arrest van 24 juni 2022 (ECLI:NL:HR:2022:950) antwoord gegeven: ontslag wegens seksueel overschrijdend gedrag betekent niet per definitie dat de ontslagen werknemer geen recht heeft op een transitievergoeding, maar onder omstandigheden kan dat wel het geval zijn.
Casus
Het ging om de volgende casus. Werknemer is sinds 1989 docent bewegingsleer op de toneelacademie (onderdeel van een hogeschool). In 2006 wordt hij gewaarschuwd dat de manier waarop hij houdingen corrigeert tijdens de bewegingslessen vooral bij vrouwelijke studenten leidt tot onduidelijkheid, en moet hij zijn lesmethode aanpassen. In 2010 wordt hij opnieuw gewaarschuwd, en wordt fysiek contact tijdens de lessen hem verboden. Zeven jaar later legt hij tijdens een les zijn hand op de billen van een studente of geeft daar een tik op (dat komt niet vast te staan), waarbij hij zegt dat hij dat altijd al eens had willen doen. Eveneens in 2017 geeft hij een massageles, waarbij studenten in tweetallen bij elkaar verschillende spiergroepen moeten masseren, en hij dat bij een studente voordoet. Hij masseert daarbij onder meer haar bilspieren, borstspieren en benen tot en met de liezen.
Kantonrechter: geen transitievergoeding. Hof: wel transitievergoeding
De hogeschool verzoekt de kantonrechter om ontbinding van de arbeidsovereenkomst, zonder toekenning van de transitievergoeding. De kantonrechter wijst dat verzoek toe. In hoger beroept loopt het anders: het Hof onderzoekt de omstandigheden en oordeelt dat het ontslag terecht is, maar oordeelt dat er wel een transitievergoeding verschuldigd is. Volgens het hof heeft de docent namelijk weliswaar 'verwijtbaar gehandeld' – en dat rechtvaardigt ontslag – maar zijn de omstandigheden niet zodanig dat er sprake is van 'ernstig verwijtbaar handelen' – en dat is vereist om hem zijn recht op een transitievergoeding te ontnemen.
Hoge Raad: ook het gedrag van werkgever is relevant voor de vraag of er een transitievergoeding moet worden betaald
De hogeschool legt de Hoge Raad vervolgens de rechtsvraag voor of seksueel overschrijdend gedrag in een afhankelijkheidsrelatie als deze niet per definitie betekent dat er sprake is van 'ernstig verwijtbaar handelen'.
Nee, zegt de Hoge Raad. Dat is in strijd met het wettelijk uitgangspunt dat de ontslagen werknemer zijn recht op een transitievergoeding enkel kwijtraakt in geval van uitzonderlijke omstandigheden die ertoe leiden dat hij in de relatie tot werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. Je kunt dus niet alleen op basis van het gedrag van de werknemer bepalen of hij zijn recht op een transitievergoeding kwijtraakt, ook het gedrag van werkgever is relevant. Daarvan kan worden verwacht dat die verantwoordelijkheid neemt om grensoverschrijdend gedrag zoveel mogelijk te voorkomen en dat er bij signalen van dergelijk gedrag wordt opgetreden.
De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep van de hogeschool, en de uitspraak van het Hof blijft in stand. De docent is dus zijn baan kwijt, maar behoudt zijn recht op een transitievergoeding.