Schuldeisersverzuim baat koper aandelen niet
Een koper van aandelen betaalt niet. Hij beroept zich op zijn opschortingsrecht: de aandelen moeten eerst worden geleverd. Door het tijdsverloop zijn de aandelen bijna niets meer waard. Toch moet de koper voor de aandelen betalen.
Een man koopt 140 aandelen voor 70.000 euro van een andere man. Vier jaar later koopt deze de aandelen voor hetzelfde bedrag terug. Er wordt overeengekomen dat de aandelen op naam van de verkoper blijven staan totdat de volledige koopsom is overgemaakt. De koper zal voor 1 januari 2020 het bedrag betalen.
Opschorting
De koper betaalt slechts 7.000 euro en beroept zich vervolgens op zijn opschortingsrecht: hij betaalt de rest pas als de ander de aandelen heeft geleverd. De verkoper vordert bij de rechtbank Noord-Holland de koper te veroordelen om binnen 48 uur de resterende 63.000 euro te betalen. Daarvoor moet de rechtbank beoordelen of de koper zich kan beroepen op opschorting. Die is bezorgd dat de verkoper de aandelen niet (meer) kan leveren, omdat, zo vermoedt hij, het bedrijf dat de aandelen heeft uitstaan failliet is. De verkoper zegt: als de aandelen niet meer kunnen worden geleverd, komt dat juist omdat de koper zo lang heeft lopen traineren met de betaling. Dat risico is nu voor hem (koper).
Schuldeisersverzuim
De rechtbank stelt dat de koper eerst moet betalen, zoals in de terugkoopovereenkomst staat. Zijn beroep op opschorting is dus niet mogelijk. Daar komt bij dat de koper, toen de vrees ontstond dat de verkoper de aandelen niet kan leveren, hem had moeten aanmanen. Zo staat dat in de wet. Dat heeft hij niet gedaan. Er is sprake van schuldeisersverzuim: het leveren van de aandelen wordt verhinderd doordat de koper niet op tijd over de brug is gekomen. Een partij kan niet de eigen verplichting opschorten indien het aan hemzelf ligt dat nakoming van zijn vordering uitblijft.
Verzuim
Dat geldt zelfs nu de verkoper de aandelen inmiddels mogelijk niet meer kan leveren door het bedrijfsfaillissement. Zolang de koper in verzuim is, kan de verkoper niet in verzuim raken. De rechtbank wijst de koper erop dat hij wist dat het niet goed ging met het bedrijf. Aan de andere kant: er is niet gebleken dat de verkoper de aandelen niet had kunnen leveren als de koper aan zijn betalingsverplichting had voldaan. De rechtbank wijst het beroep van de koper op opschorting wegens schuldeisersverzuim af. Hij moet binnen twee dagen 63.000 euro betalen, zelfs als de verkoper de aandelen niet meer kan leveren. Want dat laatste kan worden toegerekend aan de koper die de betaling maar bleef uitstellen.
ECLI:NL:RBNHO:2022:4356