Te hoge servicekosten geen reden om huur niet te betalen
Een huurder betaalt zijn huur al sinds december 2018 niet of te laat. Nadat hij ook de huur over oktober, november en december 2021 niet heeft betaald, stuurt de verhuurder hem een aanmaning. Wanneer de man ook dan niet betaalt en de huur voor januari 2022 evenmin voldoet, spant de verhuurder een kort geding aan.
De verhuurder vraagt de rechtbank Limburg om het huurcontract te ontbinden en de huurder het achterstallige bedrag van ruim 3.000 euro te laten betalen, en ook de toekomstige huur tot de dag waarop de woning wordt ontruimd.
Afrekening servicekosten
De huurder erkent dat hij een huurachterstand heeft, maar volgens hem is de verhuurder in verzuim door over 2018 en 2019 geen afrekening voor de servicekosten te verstrekken. Tegen de afrekening over 2020 heeft de huurder bezwaar gemaakt. Volgens hem is er een te hoog bedrag aan servicekosten in rekening gebracht en hij heeft dan ook een tegenvordering op de verhuurder, zo stelt hij.
Een handgeschreven berekening van de verhuurder en een specificatie van de daadwerkelijke kosten maken duidelijk dat de bedragen voor gas en elektriciteit, water, servicekosten boiler, schoonmaak gemeenschappelijke ruimten en tuinonderhoud te hoog zijn. Hoewel de verhuurder een bedrag van ruim 147 euro in rekening heeft gebracht, komen de overeengekomen servicekosten uit op 140 euro per maand.
Huurachterstand te hoog
Volgens de rechtbank zijn de door de verhuurder gevraagde bedragen echter niet onredelijk. De huurder heeft niet kunnen aantonen dat de bedragen uit de pas lopen met de voorschotten op de servicekosten, bijvoorbeeld door zijn meterstanden bij te houden. Hoewel er nog discussie mogelijk is over de vraag of de kosten voor het onderhoud van de boiler en het tuinonderhoud ten onrechte in rekening zijn gebracht, is het totale bedrag hiervan niet hoger dan het bedrag dat de huurder nog aan huur verschuldigd is. Daarbij gaat het nog steeds om een achterstand van minstens 3 maanden: een tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst, die volgens de rechtbank ernstig genoeg is om ontbinding te rechtvaardigen.
Dat een ontruiming de persoonlijke situatie van de huurder zou kunnen verergeren, is een omstandigheid die niet voor de rekening van de verhuurder mag komen. De huurder zal daarom binnen 14 dagen het huis moeten verlaten en de achterstallige en toekomstige huur tot de daadwerkelijke ontruiming moeten betalen, concludeert de rechtbank.
ECLI:NL:RBLIM:2022:409