Twaalf honden veroorzaken onrechtmatige hinder in huurwoning

Twaalf honden houden in een sociale huurwoning, kan dat? Nu de huurder niet in staat is de overlast in toom te houden, moet hij de woning verlaten, oordeelt de kantonrechter.

Een woningstichting verhuurt een eengezinswoning aan een huurder. In het huurreglement staat dat huurders omwonenden geen hinder mogen bezorgen, zoals geluidsoverlast, agressief gedrag, luidruchtige of anderszins overlast veroorzakende huisdieren, verloedering en drugsoverlast.

Richtlijn: twee honden

Omwonenden klagen over overlast die deze verhuurder veroorzaakt. Het betreft ‘geschreeuw, ruzies, honden die door het huis rennen, botten gooien en met de bench slepen’. De medewerkers van de woningstichting die op huisbezoek gaan, zien dat de huurder twaalf of dertien honden heeft – de richtlijn is twee honden per huishouden. Dit wordt bij aanhoudende overlast streng gehandhaafd. De huurder erkent de klachten, maar doet er vervolgens niets aan. De woningstichting wil dat de huurder met een voorstel komt over het maximaal aantal huisdieren. Die zegt bezig te zijn met anti-blafbanden en anti-blafapparaten, maar niet met minder honden.

Concentratieproblemen

Buren blijven klagen over geluids- en stankoverlast. Die zitten niet meer in hun eigen tuin en krijgen door onvoldoende rust concentratieproblemen op hun werk. Voor de woningstichting is de maat vol: zij eist ontruiming van de woning, en als de rechtbank Midden-Nederland dat niet toewijst, dan moeten alle honden maar weg. De huurder betwist dat sprake is van onrechtmatige hinder. Van stank of hondengeur is geen sprake; de woningen zijn nu eenmaal gehorig en hij probeert het geblaf door opvoeding te beperken.

Onrechtmatige hinder

Volgens de kantonrechter is de huurder echter ernstig tekortgeschoten in de nakoming van de verplichtingen uit de huurovereenkomst. Er is wél sprake van onrechtmatige hinder. Daarmee handelt de huurder in strijd met de wettelijke eisen van goed huurderschap. Er zijn te veel honden (zeker tien meer dan de richtlijn), die een te beperkte leefruimte hebben, wat tot stress bij de dieren leidt en dus tot geblaf. Uit logboeken van buren blijkt dat dagelijks (ook ’s nachts) geblaf is te horen, en ook geschreeuw tegen de honden. De kantonrechter ziet geen aanleiding om te twijfelen aan de juistheid van deze overlastmeldingen. Ook de wijkagent heeft hondengeblaf en geschreeuw gehoord. De huurder heeft niet aangegeven hoe hij het aantal honden wil terugdringen en de anti-blafbanden hebben geen resultaat gehad. Hij had de honden kunnen trainen maar heeft dit niet gedaan.

Vervangende woonruimte

Hoewel de huurder een groot belang heeft om in zijn woning te kunnen blijven wonen, geldt ook dat de woningstichting de buren een rustig huurgenot moet verschaffen. Dat is nu niet mogelijk. Bij het bepalen van de termijn, waarbinnen de huurder de woning moet ontruimen, houdt de kantonrechter rekening met de tijd die nodig is om vervangende woonruimte voor hemzelf en de honden te zoeken, en met het belang van de dochter van de huurder, die binnenkort eindexamen moet doen.

ECLI:NL:RBMNE:2023:6302

Contact opnemen

Rechtbank
De rechtbank is het gerecht in eerste aanleg.
Meer info »
Kantonrechter
De kantonrechter is belast met de behandelingen van bepaalde soorten zaken, namelijk: civiele zaken tot een bedrag van EUR 25.000,-, arbeidszaken, huurzaken, consumentenkoopzaken en consumentenkredietzaken. Verder gaat de kantonrechter ook over zaken met betrekking tot bewind, curatele, mentorschap en het verwerpen of aanvaarden van erfenissen. Het is bij een kantonrechter niet verplicht om een advocaat in te schakelen.
Meer info »
Nakoming
Als partijen een overeenkomst hebben gesloten, kunnen de ene partij van de andere partij eisen dat die aan zijn verplichtingen uit die overeenkomst voldoet. Het voldoen aan die verplichtingen wordt nakoming genoemd. Komt een partij zijn verplichtingen niet (tijdig) of onbehoorlijk na, dan pleegt hij wanprestatie. Er is dan sprake van een tekortkoming in de nakoming.
Meer info »