Verhuurder aansprakelijk voor schade door lekke kachel als aan meerdere eisen is voldaan

Een ex-huurder van een bovenverdieping kampt met gezondheidsproblemen. Deze komen volgens hem door een koolmonoxidevergiftiging, die het gevolg is van een lekke kachel in zijn huurwoning. Is de verhuurder aansprakelijk voor de schade?

Een man keert terug uit het buitenland en sluit in maart 2018 een huurovereenkomst met een verhuurder voor de bovenverdieping van een huis. De verhuurder woont zelf op de benedenverdieping. Deze bovenverdieping wordt verwarmd met een oude gaskachel. Een tweede gaskachel op deze verdieping staat altijd uit. Voor de kachels en geiser heeft de verhuurder een onderhoudscontract afgesloten met een servicepartner van een energiebedrijf.

Gezondheidsklachten

Nadat het huurcontract al enige tijd is beëindigd, komt de man voor zijn benauwdheidsklachten bij de cardioloog terecht. Die vindt nader onderzoek nodig, maar dat onderzoek brengt geen afwijkingen aan het licht. De man bezoekt daarna een klinisch psycholoog. Omdat hij vermoedt dat zijn klachten door de oude kachel komen, belt hij met de servicepartner van het energiebedrijf. De monteur die langskomt constateert een rookgaslekkage, waarna de kachel wordt afgekeurd en buiten gebruik wordt gesteld. De verhuurder laat daarna een andere, door de servicepartner goedgekeurde kachel plaatsen; de oude kachel wordt vernietigd.

Aansprakelijk

Bij nieuw medisch onderzoek door onder meer een neuroloog wordt bij de ex-huurder na een mri-scan van zijn hersenen een witte stof laesies ontdekt ‘die niet specifiek zijn, maar wel kunnen voorkomen bij een koolmonoxidevergiftiging’. Bij de kantonrechter (rechtbank Noord-Nederland) stelt de man de verhuurder aansprakelijk voor financiële en geestelijke schade door koolmonoxidevergiftiging. Volgens de kantonrechter kan een lekkende gaskachel een bijzonder gevaar opleveren voor de gezondheid van mensen die in de buurt van zo’n kachel verblijven. Het is aan de man om te bewijzen dat hij ook écht is blootgesteld aan koolmonoxide door een lekkage aan de afvoer van de kachel. Nadat hij en de monteur als getuige zijn gehoord, acht de kantonrechter dit bewezen. De kantonrechter verklaart voor recht dat de verhuurder materieel en immaterieel aansprakelijk is voor de schade die de ex-huurder heeft geleden en zal lijden door die blootstelling in de periode dat hij in de huurwoning verbleef.

Periodieke keuringen

De verhuurder gaat daarop in hoger beroep bij het hof Arnhem-Leeuwarden. Zij stelt dat de lekkage haar niet kan worden verweten, nu ze de kachel periodiek heeft laten keuren. Zij wist pas in november 2018 van het gebrek, zodat zij pas vanaf dan aansprakelijk is voor de gevolgen daarvan. Maar omdat de kachel toen meteen is afgekoppeld, is zij niet aansprakelijk. Wat beslist het hof?

Meerdere eisen

In het Burgerlijk Wetboek staat dat de bezitter van een roerende zaak waarvan bekend is dat deze, als de zaak niet voldoet aan de eisen die men in de gegeven omstandigheden daaraan mag stellen, een bijzonder gevaar voor personen of zaken oplevert, in beginsel aansprakelijk is wanneer dit gevaar zich voordoet. Er moet dus aan meerdere eisen worden voldaan. Eerst moet vaststaan dat de kachel niet voldeed aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen. Dat is het geval, oordeelt het hof. Maar is ook voldaan aan het bekendheidsvereiste? Uit de wetsgeschiedenis leidt het hof af dat het bij die eis niet gaat om de subjectieve bekendheid van de eigenaar van de roerende zaak met het gebrek, maar om de vraag of hij wist dat het gebrek aan de zaak als zodanig gevaar voor personen of zaken oplevert. Dat een kachel met een lekke rookgasafvoer gevaar kan opleveren voor mensen, juist door het vrij kunnen komen van koolmonoxide, staat volgens het hof voldoende vast. 

Tenzij-regel

De verhuurder is als bezitter van de kachel in beginsel aansprakelijk voor de schade door het lek, tenzij zij, gesteld dat zij het gevaar op het tijdstip van het ontstaan ervan zou hebben gekend, niet voor de schade aansprakelijk geweest zou zijn volgens de wet. Het is aan haar om te stellen en te bewijzen dat ze aan deze ‘tenzij-regel’ voldoet. Nu de verhuurder ook in hoger beroep in dat kader geen feiten stelt, heeft de kantonrechter terecht beslist dat hij niet aan een bewijsopdracht aan haar is toegekomen.

Bijzonder gevaar

Dan moet nog worden gekeken of het bijzondere gevaar zich heeft verwezenlijkt. De kachel heeft rookgas gelekt en daarbij is koolmonoxide vrijgekomen, dat staat volgens het hof vast. Maar aan hoeveel koolmonoxide de man precies is blootgesteld, staat niet vast, en of zijn gezondheidsklachten daarmee verband houden evenmin. Daarnaar is namelijk geen onderzoek gedaan toen hij nog in het huurhuis woonde. En toen hij begin 2019 naar de huisarts ging voor zo’n onderzoek, was het te laat. Verder staat vast dat de kachel in april 2018 is gecontroleerd en dat er toen geen gebrek is vastgesteld. Het hof leidt daaruit af dat de blootstelling aan koolmonoxide daarna is begonnen.

Causaal verband

Dan is nog de vraag of de gezondheidsklachten (kunnen) komen door blootstelling aan koolmonoxide in de woning tussen april 2018 (kachelcontrole) en eind november 2018 (monteurbezoek). De medische stukken die de man heeft overgelegd wijzen erop dat hij klachten heeft die veroorzaakt kunnen zijn door blootstelling aan koolmonoxide, maar niet dat deze klachten ook daadwerkelijk het gevolg daarvan zijn. Zo blijkt uit rapporten van de revalidatiearts en de fysio dat hij al in maart 2018 kampte met zijn belangrijkste klacht ‘verminderde energie’. Omdat hij toen nog niet op de bovenverdieping woonde, is het lastig een mogelijk causaal verband tussen de koolmonoxide-blootstelling en zijn klachten vast te stellen. Het hof wil daarom eerst zijn huisartsdossier over heel 2018 (vanaf het moment dat hij in Nederland terugkwam) zien. Pas dan kan het hof beslissen of nader onderzoek nodig is naar het causale verband en, zo ja, hoe. Het hof houdt de zaak dan ook aan. 

ECLI:NL:GHARL:2023:4943

Contact opnemen

Huurovereenkomst
Huur is de overeenkomst waarbij de verhuurder zich verbindt aan de huurder een zaak of een gedeelte daarvan in gebruik te verstrekken en de huurder zich verbindt tot een tegenprestatie (artikel 7:201 BW). Beide partijen hebben rechten en verplichtingen. Zo is de verhuurder verplicht het verhuurde ter beschikking te stellen en te gebreken aan het verhuurde te verhelpen. De huurder is onder meer verplicht om de huur te betalen en om zich als een goed huurder te gedragen. Dit zijn algemene regels voor huur, die gelden voor zowel de huur van woonruimte als de huur van bedrijfsruimte.
Meer info »
Kantonrechter
De kantonrechter is belast met de behandelingen van bepaalde soorten zaken, namelijk: civiele zaken tot een bedrag van EUR 25.000,-, arbeidszaken, huurzaken, consumentenkoopzaken en consumentenkredietzaken. Verder gaat de kantonrechter ook over zaken met betrekking tot bewind, curatele, mentorschap en het verwerpen of aanvaarden van erfenissen. Het is bij een kantonrechter niet verplicht om een advocaat in te schakelen.
Meer info »
Hoger beroep
Als een partij niet eens is met de uitspraak van een rechter kan deze een hoger beroep instellen bij het gerechtshof. In hoger beroep wordt de beslissing van de lagere rechter getoetst en zaak opnieuw inhoudelijk behandeld.
Meer info »
Roerende zaak
Roerend zijn alle zaken die niet door de wet zijn aangewezen als zijnde onroerend. Onroerend zijn: grond, nog niet gewonnen delfstoffen, met de grond verenigde beplantingen en gebouwen en werken die duurzaam met de grond zijn verenigd.
Meer info »
Zaken
Volgens de wet is een zaak "een voor menselijke beheersing vatbaar stoffelijk object". Op grond van rechtspraak worden ook warmte, informatie en elektriciteit als zaken aangemerkt. Zaken kunnen worden onderverdeeld in roerende en onroerende zaken.
Meer info »