Voor bedrijfsruimte gelden speciale huurregels

Een pand dat door een eigenaar ‘in gebruik’ wordt gegeven aan een ander, kan juridisch een huurovereenkomst inhouden. Dan gelden strenge regels die de gebruiker (huurder) beschermen. Daar kwamen twee eigenaren van een pand aan een strand achter.

Twee vennoten kopen in februari 2020 een pand, dat is gelegen op een strand. In de bovenruimte hebben zij hun eigen bedrijf, de benedenruimte wordt gebruikt door een vrouw. Zij organiseert sinds april 2020 strandactiviteiten voor enkele maanden per jaar. In de wintermaanden vinden er geen activiteiten plaats. Voor het gebruik betaalt zij een vergoeding die gelijk is aan 10 procent van haar omzet. In maart 2023 is die vergoeding veranderd in een vast bedrag van € 350 per maand voor de periode april-september 2023.

Ontruiming

Midden in die periode zegt de eigenaar het gebruik van de benedenruimte op. De vrouw heeft een zes weken de tijd om de boel te ontruimen. De vrouw verzet zich hiertegen bij de rechtbank Rotterdam. De kantonrechter moet de vraag beantwoorden of hier sprake was van een bedrijfsruimte en van een huurovereenkomst.

Samenwerkingsverband

De vrouw vindt dat er sprake is van een huurovereenkomst die vijf jaar loopt (tot april 2025), en die is niet rechtsgeldig opgezegd. De eigenaren zien de benedenruimte als opslagruimte. Zij zijn met de vrouw een ‘samenwerkingsverband’ aangegaan voor zolang het leuk zou zijn. De vrouw werkte wel eens in de strandbar van de eigenaren, zij leende hen weer materialen. Toen zij aangaf voor zichzelf te willen werken, is er een gebruiksvergoeding voor de benedenruimte overeengekomen van € 350. Dat is geen ‘huur’, vinden de eigenaren.

Huur

De kantonrechter stelt de vrouw in het gelijk. Om de overeenkomst te kwalificeren, moet niet alleen worden gekeken naar de zuiver taalkundige bewoordingen, maar ook naar de bedoelingen en wat partijen van elkaar mochten verwachten. Nu er geen schriftelijke overeenkomst lag, moet worden gekeken wat mondeling is afgesproken en hoe partijen feitelijk uitvoering gaven aan de overeenkomst. Duidelijk is dat zij als twee bedrijven met elkaar samenwerkten. Ze fungeerden als ‘verlengstuk’ van elkaar en factureerden over en weer aan elkaar voor horecawerk, strandactiviteiten en gebruik van de benedenruimte. Deze rechten en plichten voldoen aan de wettelijke omschrijving van huur, ook al was de benedenruimte feitelijk ‘in gebruik gegeven’. Het ging om (een deel van) een onroerende zaak en er was sprake van tegenprestaties: geld betalen of werk verrichten. Dat is gewoon huur.

Bedrijfsruimte

Ook al gaat het om seizoensverhuur (enkele maanden per jaar), toch betreft dit een doorlopende huurovereenkomst. Nergens blijkt dat de overeenkomst is aangegaan voor één seizoen: ze zouden het voortzetten ‘zolang het leuk zou zijn’. Het is ook een bedrijfsruimte: de ruimte wordt gebruikt voor de uitoefening van een kleinhandelsbedrijf.

Opzegging niet rechtsgeldig

Voor huur van een bedrijfsruimte gelden speciale regels. Bij een gebruik langer dan twee jaar geldt van rechtswege een overeenkomst voor vijf jaar. Opzeggen kan alleen tegen het einde van de termijn van vijf jaar. Dit moet bovendien gebeuren bij deurwaardersexploot of een aangetekende brief. De termijn van opzegging is tenminste een jaar én de opzeggingsgrond moet in de wet staan. In deze zaak is opgezegd per mail en later per brief, er was geen wettelijke grond voor de opzegging en de opzegtermijn is niet in acht genomen. De opzegging is niet rechtsgeldig.

ECLI:NL:RBROT:2024:4217

Contact opnemen

Huurovereenkomst
Huur is de overeenkomst waarbij de verhuurder zich verbindt aan de huurder een zaak of een gedeelte daarvan in gebruik te verstrekken en de huurder zich verbindt tot een tegenprestatie (artikel 7:201 BW). Beide partijen hebben rechten en verplichtingen. Zo is de verhuurder verplicht het verhuurde ter beschikking te stellen en te gebreken aan het verhuurde te verhelpen. De huurder is onder meer verplicht om de huur te betalen en om zich als een goed huurder te gedragen. Dit zijn algemene regels voor huur, die gelden voor zowel de huur van woonruimte als de huur van bedrijfsruimte.
Meer info »
Verzet
Waneer een van de partijen het niet eens is met een verstekvonnis kan hij een verzetprocedure starten. Een verzetprocedure wordt gevoerd bij de rechter die het verstekvonnis heeft gewezen en vangt aan met een dagvaarding.
Meer info »
Rechtbank
De rechtbank is het gerecht in eerste aanleg.
Meer info »
Kantonrechter
De kantonrechter is belast met de behandelingen van bepaalde soorten zaken, namelijk: civiele zaken tot een bedrag van EUR 25.000,-, arbeidszaken, huurzaken, consumentenkoopzaken en consumentenkredietzaken. Verder gaat de kantonrechter ook over zaken met betrekking tot bewind, curatele, mentorschap en het verwerpen of aanvaarden van erfenissen. Het is bij een kantonrechter niet verplicht om een advocaat in te schakelen.
Meer info »
Overeenkomst
Een overeenkomst is een meerzijdige rechtshandeling, waarbij een of meer partijen richting een of meer andere partijen een verbintenis aangaan.Volgens de wet komt een overeenkomst tot stand door aanbod en aanvaarding. In welke vorm dat gebeurt, is is irrelevant, dus een overeenkomst kan ook mondeling tot stand komen. Het kan dan echter lastig zijn om bewijs te leveren van het bestaan van de overeenkomst.
Meer info »
Onroerende zaak
Onroerende zaken zijn zaken die door de wet als zodanig zijn aangewezen, te weten: grond, nog niet gewonnen delfstoffen, met de grond verenigde beplantingen en gebouwen en werken die duurzaam met de grond zijn verenigd. Alle zaken die niet door de wet als onroerend zijn aangewezen, zijn roerend.
Meer info »
Opzegtermijn
De opzegtermijn is de termijn die in acht genomen moet worden bij de opzegging van de arbeidsovereenkomst (artikel 7:672 BW). De wet bepaalt dat de opzegtermijn voor een werknemer één maand is, en dat de opzegtermijn voor een werkgever afhankelijk is van de duur van het dienstverband: (i) minder dan 5 jaar is 1 maand, (ii) tussen vijf en tien jaar is 2 maanden, (iii) tussen tien en vijftien jaar is 3 maanden, (iv) meer dan vijftien jaar is 4 maanden. Partijen kunnen schriftelijk afwijken van de wettelijke opzegtermijn.
Meer info »