Wajong-uitkering krijg je niet zomaar
Een Wajong-uitkering krijg je niet zomaar. Alleen als er op medische gronden geen mogelijkheid is tot arbeidsparticipatie. Dat iemand ‘niet goed functioneert’, is onvoldoende.
Dat ontdekte een man die een aanvraag indiende voor een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong). Hij zegt in het dagelijks leven belemmeringen te ondervinden door depressie- en agressieklachten. Het UWV wijst de aanvraag af en bij de rechtbank krijgt de man ook geen gelijk. De rechtbank denkt dat de man best vier uur per dag kan werken. Volgens de verzekeringsarts heeft de man complexe problemen met forse klachten, maar er is geen medische indicatie voor een beperkte duurbelastbaarheid. De man heeft geen last van een ernstige energetische aandoening of een verminderde beschikbaarheid.
Basale werknemersvaardigheden
De man beweert dat hij niet beschikt over basale werknemersvaardigheden. Maar hij heeft zijn school afgerond, stage gelopen en al bij hetzelfde bedrijf gewerkt. Hij accepteert gezag en komt afspraken na. Er waren bij de beëindiging van het arbeidscontract wel problemen met zijn houding en gedrag op de werkvloer, maar hieruit volgt niet dat hij niet zou kunnen functioneren binnen een arbeidsorganisatie. De man gaat in hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.
Arbeidsparticipatie
In de Wajong staat dat een jonggehandicapte iemand is die op de dag dat hij 18 jaar wordt als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft. Ook van belang is het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten. Daarin staat dat iemand geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft als hij geen taak kan uitvoeren in een arbeidsorganisatie, niet over basale werknemersvaardigheden beschikt, niet aaneengesloten kan werken gedurende ten minste een uur, of niet ten minste vier uur per dag belastbaar is. Het UWV moet beoordelen of deze man voldoet aan (ten minste) een van deze vier voorwaarden. Is dat het geval, dan heeft hij geen arbeidsvermogen.
Geen uitkering
Ook de Centrale Raad twijfelt niet aan de conclusie van de verzekeringsarts. Het huisartsenjournaal dat de man inbrengt, leidt niet tot een andere conclusie. Dat hij basale werknemersvaardigheden heeft, blijkt uit stage- en werkrapporten: hij accepteert, begrijpt en onthoudt werkopdrachten en voert die uit zoals ze zijn bedoeld. De man beweert wel dat hij bij verschillende werkgevers ernstig disfunctioneerde, maar heeft dat niet met documenten onderbouwd. Ook laat hij geen medische informatie zien die de conclusies van de verzekeringsarts tegenspreekt. Hij is gewoon vier uur per dag belastbaar. De rechtbank heeft terecht beslist dat de man over arbeidsvermogen beschikt en dus geen jonggehandicapte is. Hij krijgt geen WIA-uitkering.