Wat als je partner jouw werkgever een ‘kleine vieze dikke vette kabouter’ noemt?

Een monteur bij een autogarage is op staande voet ontslagen nadat zijn partner zijn werkgever had uitgemaakt voor onder andere ‘kleine vieze dikke vette kabouter’ en ‘kleine zielige man’. Vervolgens achtervolgde de vriendin van de monteur de werkgever met haar auto, en stak zij – al claxonnerend – haar middelvinger naar hem op.

De monteur was het niet eens met het ontslag op staande voet en stapte naar de rechter. Was het ontslag op staande voet terecht?  

De monteur werkte al tien jaar bij de autogarage, maar de relatie tussen de werkgever en monteur was al langer niet om over naar huis te schrijven. Eerder al kreeg de monteur een schriftelijke waarschuwing over zijn negatieve werkhouding, het veelvuldig te laat komen en de kwaliteit van zijn werk. Desalniettemin oordeelt Rechtbank Limburg dat de monteur niet op staande voet ontslagen had mogen worden. De monteur is namelijk niet verantwoordelijk voor het gedrag van zijn partner. Een ontslag op staande voet is een vergaande maatregel, de werknemer heeft dan immers per direct geen baan (dus geen inkomsten) meer en ook geen recht op een transitievergoeding en werkloosheidsuitkering. Een ontslag op staande voet kan daarom enkel worden gegeven indien sprake is van een dringende reden, zoals een ernstige verwijtbare gedraging.

Toch krijgt de monteur zijn baan niet terug. De rechter ontbindt de arbeidsovereenkomst omdat de arbeidsrelatie door deze gebeurtenissen dusdanig is verstoord dat van de werkgever niet langer kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst voort te zetten. Wel moet de werkgever het loon van de monteur nog doorbetalen tot het moment van de ontbinding en heeft de monteur recht op een transitievergoeding.

Uit bovenstaande blijkt dat de gedraging van een ander dus niet zomaar kan zorgen voor een rechtmatig ontslag op staande voet, maar wel kan leiden tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Het is in ieder geval raadzaam dat jij (en je partner) je werkgever te vriend houden.

Contact opnemen

Rechtbank
De rechtbank is het gerecht in eerste aanleg.
Meer info »
Transitievergoeding
Een transitievergoeding is de wettelijke ontslagvergoeding, die werkgever bij ontslag aan werknemer verschuldigd is, tenzij de werknemer ernstig verwijtbaar heeft gehandeld (artikel 7:673 BW). Als de werknemer zelf opzegt bestaat er géén recht op een transitievergoeding. Sinds 1 januari 2020 heeft iedere werknemer, ongeacht of er sprake is van een tijdelijk contract, vanaf dag 1 recht op transitievergoeding bij ontslag. De hoogte van de transitievergoeding bedraagt 1/3 maandsalaris per gewerkt jaar.
Meer info »
Arbeidsovereenkomst
De overeenkomst waarbij de werknemer zich verbindt om in dienst van de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten. Drie elementen dienen aanwezig te zijn om te kunnen spreken van een arbeidsovereenkomst: arbeid (persoonlijk verricht door de werknemer), loon (veelal in geld) en een gezagsverhouding.
Meer info »
Ontbinding
Ontbinding een van de manieren waarop een overeenkomst kan worden beëindigd. Artikel 6:265 Burgerlijk Wetboek bevat een ontbindingsbevoegdheid voor het geval dat de wederpartij tekortschiet in de nakoming van zijn contractuele verplichtingen. Je kunt dan de overeenkomt ontbinden, tenzij de tekortkoming zodanig gering is dat die geen ontbinding rechtvaardigt. Andere gronden voor ontbinding zijn bijvoorbeeld dat, wanneer je als consument iets gekocht hebt, het aangekochte product gebrekkig is, of waneer er sprake is van onvoorziene omstandigheden. Ontbinding heeft tot gevolg dat de overeenkomst wordt geacht nooit te hebben bestaan. De reeds verrichte prestaties of gedane betalingen moeten ongedaan worden gemaakt, dus moeten - voor zover mogelijk - 'teruggedraaid' worden.
Meer info »