Werkgever had voor re-integratie eerst mediation moeten proberen

Een werkgever wil dat een werknemer meewerkt aan zijn re-integratie na ziekte door een arbeidsconflict en vraagt de rechter de arbeidsovereenkomst te ontbinden als de man weigert. Volgens de rechtbank Limburg had de werkgever hem echter eerst mediation moeten aanbieden.

Een frontoffice medewerker die al vele jaren bij een universiteit werkt kan het niet eens worden met zijn werkgever over een verandering van zijn takenpakket. Hij heeft stress en kampt met gezondheidsklachten, en meldt zich ziek. Omdat de man daarna niet mee wil werken aan zijn re-integratie, vraagt de werkgever om ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens verwijtbaar handelen.

Re-integratie

De werknemer stelt zich twijfelachtig op; eerst spreekt hij de voorkeur uit voor beëindiging van het dienstverband of re-integratie bij een andere werkgever. Pas later begint hij over mediation. Ook de bedrijfsarts adviseert de werkgever mediation te overwegen. Die doet daartoe geen voorstel, mede omdat de bedrijfsarts niet heeft gezegd dat mediation noodzakelijk is. Tot drie keer toe verschijnt de man niet op een gesprek met zijn werkgever om over zijn re-integratie te praten.

Deskundigenoordeel 

Zowel de werknemer als de werkgever vragen uitvoeringsinstantie UWV om een deskundigenoordeel over de situatie. Het UWV is duidelijk en zegt in twee oordelen dat sprake is van een vastgelopen arbeidsconflict dat dreigend ziekmakend is voor de werknemer en dat mediation opgestart moet worden.

Ontbinding

Met inachtneming van deze deskundigenoordelen oordeelt de kantonrechter van de rechtbank dat de werkgever eerst mediation had moeten proberen, voordat gestart kon worden met re-integratie. De kantonrechter verwijst hierbij naar de door de Stichting Expertisecentrum Participatie opgestelde Stecr Werkwijzer Arbeidsconflicten, waarin richtlijnen staan hoe bedrijfsartsen en andere arbo-professionals moeten omgaan met een ziekmelding van een werknemer die mogelijk verband houdt met een arbeidsconflict. Hierin staan verschillende voorbeelden wanneer mediation nuttig is en zes daarvan zijn hier van toepassing. Volgens de kantonrechter is het de werknemer dus niet te verwijten dat hij niet meewerkt aan re-integratie. De arbeidsovereenkomst kan dan ook niet worden beëindigd vanwege verwijtbaar handelen.

Verstoorde arbeidsverhouding

Wel is naar het oordeel van de kantonrechter sprake van een verstoorde arbeidsverhouding. Na alles wat er is gebeurd, is de kans klein dat de arbeidsverhouding verbetert en zijn beide partijen erbij gebaat dat de arbeidsverhouding eindigt. Dat doet de kantonrechter dan ook.

Transitievergoeding

Op basis van de wet kan de kantonrechter in bijzondere situaties een vergoeding toekennen als sprake is van ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever. De kantonrechter oordeelt dat zo’n vergoeding hier niet op zijn plaats is. Hoewel de werkgever mediation had moeten aanbieden, is dit niet ernstig genoeg. De man heeft wel recht op een transitievergoeding van ongeveer € 20.270.

ECLI:NL:RBLIM:2023:7606

Contact opnemen

Re-integratie
Als een werknemer ziek is, hebben werknemer en werkgever jegens elkaar een aantal verplichtingen, gericht op de terugkeer van de werknemer naar zijn werk. Werknemer is gehouden om actief mee te werken aan het herstel om zo snel mogelijk weer aan het werk te gaan. Dat kan betekenen dat de werknemer (tijdelijk) ander, passend werk moet doen. Werkgever is gehouden een bedrijfsarts/arbodienst in te schakelen, en een plan van aanpak op te stellen. Verder moet hij nagaan of er ander passende arbeid is voor de werknemer in de organisatie. Het traject naar de terugkeer wordt re-integratie genoemd.
Meer info »
Arbeidsovereenkomst
De overeenkomst waarbij de werknemer zich verbindt om in dienst van de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten. Drie elementen dienen aanwezig te zijn om te kunnen spreken van een arbeidsovereenkomst: arbeid (persoonlijk verricht door de werknemer), loon (veelal in geld) en een gezagsverhouding.
Meer info »
Rechtbank
De rechtbank is het gerecht in eerste aanleg.
Meer info »
Ontbinding
Ontbinding een van de manieren waarop een overeenkomst kan worden beëindigd. Artikel 6:265 Burgerlijk Wetboek bevat een ontbindingsbevoegdheid voor het geval dat de wederpartij tekortschiet in de nakoming van zijn contractuele verplichtingen. Je kunt dan de overeenkomt ontbinden, tenzij de tekortkoming zodanig gering is dat die geen ontbinding rechtvaardigt. Andere gronden voor ontbinding zijn bijvoorbeeld dat, wanneer je als consument iets gekocht hebt, het aangekochte product gebrekkig is, of waneer er sprake is van onvoorziene omstandigheden. Ontbinding heeft tot gevolg dat de overeenkomst wordt geacht nooit te hebben bestaan. De reeds verrichte prestaties of gedane betalingen moeten ongedaan worden gemaakt, dus moeten - voor zover mogelijk - 'teruggedraaid' worden.
Meer info »
Kantonrechter
De kantonrechter is belast met de behandelingen van bepaalde soorten zaken, namelijk: civiele zaken tot een bedrag van EUR 25.000,-, arbeidszaken, huurzaken, consumentenkoopzaken en consumentenkredietzaken. Verder gaat de kantonrechter ook over zaken met betrekking tot bewind, curatele, mentorschap en het verwerpen of aanvaarden van erfenissen. Het is bij een kantonrechter niet verplicht om een advocaat in te schakelen.
Meer info »
Transitievergoeding
Een transitievergoeding is de wettelijke ontslagvergoeding, die werkgever bij ontslag aan werknemer verschuldigd is, tenzij de werknemer ernstig verwijtbaar heeft gehandeld (artikel 7:673 BW). Als de werknemer zelf opzegt bestaat er géén recht op een transitievergoeding. Sinds 1 januari 2020 heeft iedere werknemer, ongeacht of er sprake is van een tijdelijk contract, vanaf dag 1 recht op transitievergoeding bij ontslag. De hoogte van de transitievergoeding bedraagt 1/3 maandsalaris per gewerkt jaar.
Meer info »