Wervingsbureau krijgt vergoeding, ook al wordt voorgestelde kandidaat snel ontslagen
Een groothandel schakelt een wervings- en selectiebureau in om een geschikte salesmanager te vinden. Lukt dat, dan krijgt het bureau een wervingsvergoeding. Maar de salesmanager wordt al na drie maanden ontslagen. Moet die vergoeding dan wel worden betaald?
Een wervings- en selectiebureau zoekt in opdracht van een groothandel een salesmanager. In de overeenkomst van opdracht staat dat het bureau een bedrag van 20 procent van het jaarsalaris van de aan te nemen kandidaat krijgt bij het sluiten van een arbeidsovereenkomst. Als een kandidaat wordt aangenomen, stuurt het wervingsbureau een factuur van € 15.681. De groothandel betaalt niet.
Terugwerkende kracht
Na ruim drie maanden beëindigt de groothandel het dienstverband met de salesmanager, omdat hij zou disfunctioneren. Die legt zich na protesten toch neer bij het ontslag, maar krijgt wel een schadevergoeding van de groothandel (€ 11.500). Het wervingsbureau stapt naar de rechtbank Noord-Holland om alsnog de wervingsvergoeding te krijgen. De groothandel stelt dat zij die vergoeding niet hoeft te betalen: de arbeidsovereenkomst met de salesmanager is immers buitengerechtelijk vernietigd, en die vernietiging heeft terugwerkende kracht – er was dus nooit een arbeidsovereenkomst. Ook heeft het wervingsbureau geen andere kandidaten voorgedragen waarmee een arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen. Nu er geen ‘cure’ is aan de zijde van het bureau, kan er ook geen sprake zijn van een ‘pay’ door de groothandel.
No cure, no pay
Volgens de kantonrechter moet de groothandel de fee wel betalen. Het staat vast dat er een arbeidsovereenkomst is gesloten, en op dat moment was de fee verschuldigd. Dat deze later buitengerechtelijk is vernietigd, doet daar niet aan af. Ook dat ‘no cure, no pay’ ertoe leidt dat er niet hoeft te worden betaald, overtuigt de kantonrechter niet. Er is wel degelijk sprake van ‘cure’, doordat de groothandel de arbeidsovereenkomst heeft gesloten met de salesmanager die door het wervingsbureau was voorgedragen. Dit bureau heeft daarmee aan de verplichting uit de overeenkomst voldaan. Dat moet de groothandel nu ook doen, door de fee te betalen.
Sollicitatiegesprek
De groothandel wil echter die overeenkomst ontbinden, omdat het wervingsbureau is tekortgeschoten in de nakoming van de verplichtingen: het heeft geen background check uitgevoerd naar de kandidaat en nu blijkt die salesmanager ongeschikt voor zijn functie. Dat was aan het licht gekomen als het bureau onderzoek had gedaan naar zijn arbeidsverleden. Maar ook dit veegt de kantonrechter van tafel. De groothandel heeft zelf het sollicitatiegesprek met de kandidaat gevoerd en daarbij weinig aandacht geschonken aan zijn cv. En toen de salesmanager kort in dienst was, liet de groothandel aan het bureau weten tevreden te zijn over diens werk. Nu geen sprake is van enige tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst door het wervingskantoor, kan de groothandel de overeenkomst niet ontbinden. Die moet de fee alsnog betalen.