Bank kan worden verplicht tot aanbieden betaalrekening aan saunaclub
Een bank zegt de relatie met een saunaclub op omdat het risico op witwassen bestond. Maar kan dat zomaar?
Een saunaclub exploiteert sinds 1994 een ontmoetingscentrum, waar bezoekers ook seks met elkaar kunnen hebben. Contante gelden worden gestort bij de huisbank, waar de club ook een betaalrekening heeft. Na een politiedoorzoeking, waarbij drugs, contant geld, pepperspray, een taser en een stiletto zijn aangetroffen, zegt de bank de overeenkomst over het ‘verpakt afstorten’ per direct op. Daarna wil de bank ook de betaalrekening beëindigen: er is fors meer geld aan contanten gestort dan er pintransacties zijn, vaak ging het om coupures van 500 euro. Het is onduidelijk waar deze biljetten vandaan komen. De bank kan niet garanderen dat haar rekeningen niet worden gebruikt voor witwassen. Dat leidt tot een reputatie- en integriteitsrisico voor de bank.
De saunaclub benadert inmiddels andere banken, zonder resultaat. Zelf verandert de saunaclub haar regels: de club accepteert geen biljetten van 500 en 200 euro meer, stimuleert pinbetalingen en laat medewerkers een anti-witwascursus volgen. Desondanks worden de bestuurders van de saunaclub vervolgd voor witwassen van 140.000 euro en het zonder vergunning uitvoeren van wisseltransacties in hun bedrijf. Ook worden zij verdacht van valsheid in geschrifte. Uiteindelijk leidt dat tot een schikking en sepot. De saunaclub eist dat de bank de zakelijke relatie herstelt.
Contractsvrijheid
De Hoge Raad wijst op het beginsel van de contractsvrijheid: iedereen heeft het recht om niet te worden verplicht een contractuele relatie aan te gaan met een ander. Maar dat recht is niet onbegrensd. Voor banken geldt dat hun maatschappelijke functie een bijzondere zorgplicht met zich meebrengt. Ook wijst de Hoge Raad erop dat het vrijwel onmogelijk is om zonder betaalrekening deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer, en zeker om een bedrijf te exploiteren. Daarom kan een bank onder bijzondere omstandigheden worden verplicht een contractuele relatie aan te gaan met een bedrijf.
Het gerechtshof Amsterdam oordeelde eerder dat – vanwege de vele contante betalingen, het feit dat de legitimatie van klanten niet wordt gecontroleerd en de saunaclub opereert in een ‘integriteitsgevoelige relaxbranche’ – de bank niet kan worden verplicht een overeenkomst ‘verpakt afstorten’ aan te gaan. De bank kan dit weigeren vanwege het risico op witwassen – ook nadat de saunaclub maatregelen heeft genomen. Ook zonder deze faciliteit kan worden deelgenomen aan het maatschappelijk verkeer. Dat onderschrijft de Hoge Raad: de bank hoeft het afstorten van contanten niet in de overeenkomst op te nemen.
Betaalrekening
Anders is het met de betaalrekening. Zoals het hof al aangaf heeft een bedrijf die nodig om deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer. Nu dat bij andere banken niet is gelukt, heeft de saunaclub een groot belang bij het aanhouden van de betaalrekening bij zijn huisbank – daaraan is geen risico op witwassen verbonden. Nu de zaken zijn geschikt en geseponeerd, zijn er geen redenen om het vertrouwen in de saunaclub op te zeggen. De bank moet weer een betaalrekening aanbieden, zonder faciliteiten voor het storten van contant geld.
ECLI:NL:HR:2021:1652