Leaseauto is geen onwrikbare arbeidsvoorwaarde
Jarenlang kon een werknemer rijden in een leaseauto. Totdat het bedrijf waar hij werkte werd overgenomen. Was de leaseauto een vast onderdeel geworden van zijn arbeidsvoorwaarden?
De man is sinds 1985 werkzaam bij een telecombedrijf en rijdt sinds 2005 in een leaseauto van de zaak. Nadat dit bedrijf werd overgenomen, moest hij zijn leaseauto inleveren. Omdat hij vindt dat de auto behoort tot zijn arbeidsvoorwaarden die zijn nieuwe werkgever eenzijdig zou hebben beëindigd, eist hij bij de rechtbank dat hij de leaseauto terugkrijgt. Anders wil hij een billijke vergoeding ter compensatie van het verlies van de leaseauto tot aan het einde van zijn dienstverband.
Gerechtvaardigd vertrouwen
Bij de rechtbank Limburg krijgt hij geen gelijk. Die stelt dat de leaseauto is verstrekt onder de voorwaarde dat er voldoende zakelijke kilometers worden gereden. Dat de werkgever alleen in 2009 en in 2010 heeft gecontroleerd of aan dat criterium is voldaan, betekent nog niet dat bij de man het gerechtvaardigd vertrouwen is gewekt dat de leaseauto een onvoorwaardelijke arbeidsvoorwaarde is geworden. Hij had moeten begrijpen dat aan de verstrekking van de leaseauto op enig moment een einde kon komen. De nieuwe werkgever mocht er best voor kiezen de toekenning van een leaseauto te laten afhangen van de noodzakelijkheid daarvan – en de man voldeed niet aan de (nieuwe) criteria voor het gebruik van de leaseauto.
Compensatie
Ook in hoger beroep verliest de man zijn zaak. Het gerechtshof Den Bosch gaat na hoe de arbeidsvoorwaarden van de oorspronkelijke werkgever naar de nieuwe zijn overgegaan. Daarin stond dat na afloop van het leasecontract wordt bepaald of hij nog steeds in aanmerking komt voor een leaseauto. De nieuwe werkgever formuleerde een nieuw mobiliteitsbeleid (met meer nadruk op het openbaar vervoer). Dat de ondernemingsraad instemde met deze wijziging is voor het hof ook van belang. Verder heeft de werkgever meerdere keren laten weten dat er aan het verstrekken van de leaseauto voorwaarden zijn verbonden. Bij de man kan dus niet het gerechtvaardigde vertrouwen zijn gewekt dat hij de leaseauto ‘voor altijd’ mocht behouden. Tot slot heeft de nieuwe werkgever dit verlies prima gecompenseerd: als onderdeel van de nieuwe mobiliteitsregeling ontvangt de man tot oktober 2025 maandelijks een mobiliteitsvergoeding van 800 euro bruto.
ECLI:NL:GHSHE:2021:3082