Verkrijgende of bevrijdende verjaring?
In sommige situaties kan een persoon eigenaar worden van een stuk grond dat niet van hem was, zonder dat de eigenaar van de grond het daarmee eens is. Voorwaarde hiervoor is dat deze persoon de grond in gebruik heeft genomen. Als er daarnaast aan een aantal strenge eisen is voldaan, kan de gebruiker eigenaar worden van de grond door verjaring.
Een procedure voor Hof Arnhem-Leeuwarden ging over de vraag welke partij eigenaar is van een perceel grond. De gebruiker van het perceel beweerde dat hij eigenaar was van het perceel. Hij claimde aan de vereisten van verkrijgende verjaring te hebben voldaan. Het perceel zou hij te goeder trouw verkregen hebben na een onafgebroken bezit van tien jaren. Volgens het hof moet aan de hand van waarneembare feiten duidelijk zijn dat de gebruiker van het perceel pretendeert de eigenaar daarvan te zijn. De eigenaar kan dan optreden tegen de gebruiker van het perceel indien hij dat wenst. Volgens de eigenaar van het perceel is er geen sprake van dat de gebruiker van het perceel duidelijk kon maken dat hij de eigenaar daarvan zou zijn geworden. De gebruiker maakte eerst gebruik van het perceel omdat hij het huis, dat op het perceel stond, huurde. Nadat de huurovereenkomst was beëindigd, is er geen koopovereenkomst gesloten voor het perceel, omdat er geen overeenstemming over de koop was bereikt. Er is daarom niet voldaan aan de vereisten van verkrijgende verjaring.
Om te voldoen aan de vereisten van bevrijdende verjaring moet het bezit van het perceel meer dan twintig jaren onafgebroken hebben geduurd. De gebruiker heeft volgens het gerechtshof niet kunnen aantonen dat aan dit vereiste is voldaan. Als de verjaringstermijn al is aangevangen, dan is de termijn nog niet voltooid. De gebruiker van het perceel is geen eigenaar geworden van het perceel.