Wederzijdse dwaling bij huurovereenkomst op basis van toezegging gemeente

Een huurder en verhuurder gaan een huurovereenkomst aan op basis van een onjuiste veronderstelling. Is hier sprake van dwaling?

Een oliemaatschappij wil een tankstation beginnen op een te huren perceel. De gemeente bevestigt dat daarvoor zonder aanvullende voorwaarden een omgevingsvergunning zal worden verleend. De gemeente komt later terug op haar toezegging. Dan is de huurovereenkomst tussen de oliemaatschappij en de eigenaar al gesloten.

Tankstation

Voordat de huurovereenkomst tussen de oliemaatschappij (als huurder) en de eigenaar van het perceel (als verhuurder) wordt gesloten, bevestigt een medewerker van de gemeente in een e-mail dat voor de bouw en exploitatie van een nieuw tankstation een omgevingsvergunning zal worden verleend. Volgens de medewerker is dit toegestaan op basis van het bestemmingsplan. Er worden op dat moment geen voorwaarden genoemd. Zowel huurder als verhuurder krijgt deze e-mail te lezen voordat de huurovereenkomst wordt gesloten.

Ontmanteling

Op het moment dat de huurder een omgevingsvergunning aanvraagt wordt deze echter afgewezen. De gemeente stelt dan de aanvullende voorwaarde dat een ander tankstation van de oliemaatschappij in dezelfde gemeente eerst moet verdwijnen. Dat blijkt niet mogelijk, omdat dat tankstation niet kan worden ontmanteld; een voor de ontmanteling benodigde asbestinventarisatie kan niet worden uitgevoerd.

Vernietiging

De huurder zegt de huurovereenkomst daarom op met de contractuele opzegtermijn van één jaar. De verhuurder accepteert die opzegging niet. Om die reden vernietigt de huurder de huurovereenkomst op grond van wederzijdse dwaling. Volgens de huurder zijn hijzelf en de verhuurder bij het sluiten van de huurovereenkomst van dezelfde onjuiste voorstelling van zaken uitgegaan en is de huurovereenkomst onder invloed van die dwaling tot stand gekomen. De huurder is ervan overtuigd dat zij de huurovereenkomst niet (onder dezelfde voorwaarden) had gesloten als zij wist van de aanvullende voorwaarde van de gemeente.

Opzegging

Partijen komen er niet uit en wenden zich eerst tot de rechtbank Zeeland-West-Brabant. Deze oordeelt dat de huurovereenkomst met een opzegtermijn van een jaar is beëindigd door de opzegging. De huurder moet op basis van die uitspraak dus nog wel een jaar huur betalen aan de verhuurder. In hoger beroep is het gerechtshof ’s-Hertogenbosch het daar niet mee eens. Volgens het hof is in deze zaak sprake van wederzijdse dwaling.

Cassatie

De Hoge Raad bevestigt in dit arrest het oordeel van het gerechtshof. Volgens de Hoge Raad ging zowel huurder als verhuurder er bij het sluiten van de huurovereenkomst vanuit dat de vestiging van het tankstation mogelijk zou zijn zónder de verplichting tot het verwijderen van het andere tankstation. Dit was een essentiële veronderstelling voor de huurder. De veronderstelling was van wezenlijk belang voor de huurder; volgens de Hoge Raad zou de huurder de huurovereenkomst niet hebben gesloten als zij had geweten dat het bestemmingsplan de vestiging niet zonder aanvullende voorwaarde toestond. Daarmee staat de dwaling vast. De huurovereenkomst is daardoor vernietigd; er is nooit een geldige overeenkomst geweest.

ECLI:NL:HR:2024:1065

Contact opnemen

Huurovereenkomst
Huur is de overeenkomst waarbij de verhuurder zich verbindt aan de huurder een zaak of een gedeelte daarvan in gebruik te verstrekken en de huurder zich verbindt tot een tegenprestatie (artikel 7:201 BW). Beide partijen hebben rechten en verplichtingen. Zo is de verhuurder verplicht het verhuurde ter beschikking te stellen en te gebreken aan het verhuurde te verhelpen. De huurder is onder meer verplicht om de huur te betalen en om zich als een goed huurder te gedragen. Dit zijn algemene regels voor huur, die gelden voor zowel de huur van woonruimte als de huur van bedrijfsruimte.
Meer info »
Opzegtermijn
De opzegtermijn is de termijn die in acht genomen moet worden bij de opzegging van de arbeidsovereenkomst (artikel 7:672 BW). De wet bepaalt dat de opzegtermijn voor een werknemer één maand is, en dat de opzegtermijn voor een werkgever afhankelijk is van de duur van het dienstverband: (i) minder dan 5 jaar is 1 maand, (ii) tussen vijf en tien jaar is 2 maanden, (iii) tussen tien en vijftien jaar is 3 maanden, (iv) meer dan vijftien jaar is 4 maanden. Partijen kunnen schriftelijk afwijken van de wettelijke opzegtermijn.
Meer info »
Zaken
Volgens de wet is een zaak "een voor menselijke beheersing vatbaar stoffelijk object". Op grond van rechtspraak worden ook warmte, informatie en elektriciteit als zaken aangemerkt. Zaken kunnen worden onderverdeeld in roerende en onroerende zaken.
Meer info »
Dwaling
Dwaling betekent dat er een onjuiste voorstelling van zaken is geweest. Dat kan het gevolg zijn van een onjuiste mededeling of verzwijging van de wederpartij, maar het is ook mogelijk dat beide partijen van dezelfde onjuiste voorstelling van zaken zijn uitgegaan. Als een partij heeft gedwaald bij het totstandkomen van een overeenkomst, kan hij de overeenkomst volgens de wet (art. 6:228 BW) vernietigen als hij de overeenkomst bij een juiste voorstelling van zaken niet zou hebben gesloten.
Meer info »
Rechtbank
De rechtbank is het gerecht in eerste aanleg.
Meer info »
Hoger beroep
Als een partij niet eens is met de uitspraak van een rechter kan deze een hoger beroep instellen bij het gerechtshof. In hoger beroep wordt de beslissing van de lagere rechter getoetst en zaak opnieuw inhoudelijk behandeld.
Meer info »
Gerechtshof
Een gerechtshof is het rechterlijk college waar hoger beroepszaken wordt behandeld.
Meer info »
Hoge Raad
De Hoge Raad (der Nederlanden) is de hoogste rechtsprekende instantie in Nederland. De hoofdtaak van de Hoge Raad is cassatierechtspraak. Dit betekent dat de Hoge Raad beoordeelt of bij de uitspraken van lagere rechters (rechtbank en gerechtshof) de procedures en procesregels juist zijn toegepast. In cassatie wordt de zaak niet feitelijk inhoudelijk getoetst.
Meer info »
Overeenkomst
Een overeenkomst is een meerzijdige rechtshandeling, waarbij een of meer partijen richting een of meer andere partijen een verbintenis aangaan.Volgens de wet komt een overeenkomst tot stand door aanbod en aanvaarding. In welke vorm dat gebeurt, is is irrelevant, dus een overeenkomst kan ook mondeling tot stand komen. Het kan dan echter lastig zijn om bewijs te leveren van het bestaan van de overeenkomst.
Meer info »