Ontbinding arbeidsovereenkomst
Ontbinding van een arbeidsovereenkomst kan alleen plaatsvinden door de rechter. Zowel de werkgever als de werknemer kan daartoe een verzoek indienen (artikel 7:671b en 7:671c BW). De werkgever kan de arbeidsovereenkomst laten ontbinden op een van de 'persoonsgebonden' gronden, zoals disfunctioneren, verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer of een verstoorde arbeidsrelatie. De werknemer kan de arbeidsovereenkomst laten ontbinden wegens omstandigheden die van dien aard zijn dat de arbeidsovereenkomst billijkheidshalve dient te eindigen. De werknemer loopt echter een risico als hij zelf een ontbindingsverzoek indient: hij kan door het UWV geacht worden zelf schuldig te zijn aan de beëindiging van de arbeidsrelatie (verwijtbaar werkloos), waardoor hij zijn rechten op een WW-uitkering verspeelt.