Ontvangsttheorie
De ontvangsttheorie volgt uit artikel 3:37 lid 3 BW en bepaalt dat documenten en verklaringen pas geldig zijn op het moment dat de geadresseerde die heeft ontvangen. De verzender dient de ontvangst te kunnen aantonen. Dat aantonen isonder meer mogelijk in geval van aangetekende verzending, of als een e-mail wordt verzonden met de optie 'bewijs van ontvangst'.